KC23-040 31 oktober 2023
Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid
Inzake | : [klager] |
Instelling | : Pro Persona |
Klachtnummer | : KC23-040 |
Datum ontvangst klacht | : 17 oktober 2023 |
Schorsingsverzoek | : n.v.t. |
Datum hoorzitting | : 27 oktober 2023 |
Datum beschikking | : 30 oktober 2023 |
Aanwezig bij de hoorzitting
[XX] (verweerder A/geneesheer-directeur/psychiater)
[XX] (verweerder B/psychiater)
[XX] (voorzitter/jurist)
[XX] (psychiater)
[XX] (algemeen lid)
[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)
Ingediende klacht
Klager is het niet eens met de voorwaarden die verbonden zijn aan de onderbreking van zijn zorgmachtiging.
Bevoegdheid klachtencommissie
Klager heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klachten te doen.
Procesverloop
De klachtencommissie heeft op 13 oktober een mail van klager ontvangen met informatie over zijn klacht. Op 17 oktober 2023 beschikte de commissie over de benodigde informatie betreffende de klacht en heeft de klacht per die datum in behandeling genomen. Partijen zijn op 20 oktober 2023 geïnformeerd over de behandeling van de klachten en uitgenodigd voor een hoorzitting.
De klachtencommissie heeft op 25 oktober 2023 het verweer ontvangen en dezelfde dag doorgestuurd naar partijen.
De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 27 oktober 2023. Verweerders hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de gemotiveerde uitspraak uiterlijk op 31 oktober 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.
De klachtencommissie heeft met toestemming van klager inzage gehad in de volgende stukken:
– Ingediende klacht en toelichting klacht;
– Verweerschrift;
– Beschikking zorgmachtiging, d.d. 12-05-2023;
– Product 23: Beslissing onderbreking zorgmachtiging, d.d. 31-08-2023;
– Rapportage 28-08-2023 t/m 03-09-2023;
– Decursus 29-09-2023 t/m 08-09-2023.
Feiten
Klager is een [leeftijd] man, sinds mei 2020 opgenomen bij Pro Persona met een zorgmachtiging in het kader van artikel 2:3 Wet forensische zorg. In de zorgmachtiging wordt aangegeven dat er sprake is van een psychische stoornis, in de vorm van psychotische kwetsbaarheid (zich uitend in desorganisatie, paranoïde en grootheidswanen). Daarnaast is er een vermoeden van ASS.
De klachtencommissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch
onderzoek gebaseerde diagnose.
Klager heeft een zorgmachtiging ingaande op 12 mei 2023 en eindigend op 12 mei 2024. Medicatie en beperkingen om het eigen leven in te richten zijn onderdeel van de toegestane verplichte zorg.
Verslag van de hoorzitting
De voorzitter opent de vergadering en alle partijen stellen zich voor. Verweerder is psychiater en geneesheer-directeur (GD) en treedt in deze klacht op als GD. Klager geeft in de voorstelronde aan dat hij weigert om zijn gezicht te laten zien. Hij wil niet in beeld. De voorzitter benoemt dat voorwaarde voor deelname aan de hoorzitting is dat alle partijen in beeld zijn. Klager weigert nogmaals en vergelijkt het besluit van de voorzitter met nazipraktijken. De voorzitter wijst klager erop dat dergelijke uitspraken ontoelaatbaar zijn en verzoekt klager nogmaals om zichzelf te laten zien. Klager geeft opnieuw aan niet bereid te zijn de camera aan te zetten. Om die reden besluit de voorzitter deze hoorzitting te beëindigen en direct een nieuwe digitale hoorzitting aan te maken waaraan verweerders en de leden van de klachtencommissie zullen deelnemen.
Nu klager niet aanwezig is bij de zitting mag ook de PVP niet deelnemen aan de hoorzitting. deelnemen.
Standpunt van klager
Uit de ingediende klacht en toelichting bij de klacht wordt duidelijk dat klager het niet eens is met de voorwaarden die gesteld zijn aan de onderbreking van de zorgmachtiging. Deze voorwaarden hebben betrekking op het gedrag van klager en moeten ernstig nadeel voorkomen. Zo mag klager niet dreigend agressief zijn naar derden en geen overlast veroorzaken door in de nacht te schreeuwen of harde muziek te draaien. Klager herkent zich niet in dit gedrag. Hij is van mening dat juist andersom veel agressie jegens hem heeft plaatsgevonden door het toepassen van allerlei vormen van verplichte zorg, zoals verplichte medicatie, opname en beperking van vrijheden.
Standpunt verweerder
Verweerder licht toe dat klager vanaf mei 2020 is opgenomen bij Pro Persona op basis van een zorgmachtiging en aangezegde verplichte zorg. Klager had al langere tijd plannen om naar [land] te gaan. In het verleden heeft hij daar enkele jaren gewoond. Tijdens de huidige opname heeft klager in 2023 enkele proefverloven gehad waarin hij naar het buitenland is gegaan om dingen voor te bereiden. Die periodes zijn goed verlopen. Op enig moment hebben behandelaren contact gezocht met de GD om de mogelijkheden voor terugkeer van klager naar [land] te bespreken. Klager had op dat moment al een ticket voor de trein en een principedatum voor vertrek. Klager was opgenomen bij Pro Persona via een schakelartikel naar aanleiding van een delict waarbij klager ernstige bedreigingen heeft geuit aan het adres van een gemeenteambtenaar. Vorig jaar zomer heeft de GD om die reden een risico inventarisatie gevraagd aan de forensische afdeling. Uit dit rapport bleek dat de kans op agressie en geweld toeneemt als de externe structuur van klager wegvalt. Omdat er al een concreet plan was en klager geen (verplichte) medicatie meer innam vanaf juni 2023 heeft de GD zelf ook uitgebreid onderzoek gedaan. Zij benoemt ter zitting dat zij zich vooral zorgen maakte over eventuele terugkeer van klager naar Nederland. Eerdere periodes in [land] hebben geen problemen veroorzaakt. Klager kan erg slecht omgaan met bureaucratie hetgeen eerder geleid heeft tot het voornoemde delict. Klager wil zijn uitkering behouden als hij in [land] verblijft en moet daarvoor contact onderhouden met ambtenaren. De GD benoemt ter zitting dat ze naar eer en geweten heeft gehandeld en de gestelde voorwaarden aan de onderbreking van de zorgmachtiging heeft verbonden om zoveel mogelijk risico’s te vermijden. De voorwaarden gaan over eerder vertoond gedrag als het minder goed gaat met klager. Schreeuwen en dreigen met agressie worden gezien als signalen hiervan. Klager vindt het lastig met andere mensen om te gaan. De GD heeft klager lang gesproken voor haar onderzoek. Uitwisseling met klager over bovenstaande was lastig, aldus verweerder. Ondanks het grensoverschrijdende verbale geweld jegens de GD heeft zij toch gemeend mee te gaan met de wens van klager om naar het buitenland te vertrekken. Zij geeft tenslotte aan dat ze zich, op basis van zijn gedrag bij aanvang van de hoorzitting, afvraagt of het wel goed gaat met klager.
In de vragenronde licht de GD toe dat klager al een langere periode op vrijwillige basis bij Pro Persona verblijft. Hij mocht elders wonen maar koos er steeds voor om terug te komen. Bij de laatste zitting over de zorgmachtiging is opname ook niet aangevraagd. Mocht het mis gaan met klager na terugkeer in Nederland zal behandeling waarschijnlijk gepaard moeten gaan met opname.
BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE
Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie
Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de tijdelijke onderbreking van verplichte zorg van de zorgmachtiging en is gericht tegen de voorwaarden die zijn verbonden aan deze tijdelijke onderbreking zoals bedoeld in artikel 8:17 lid 1 Wvggz en is ontvankelijk.
Gronden en overwegingen
Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.
Artikel 8:17 lid 1 Wvggz bepaalt dat de verplichte zorg kan worden onderbroken, “voor zover en zolang dit verantwoord is.” De geneesheer-directeur kan aan de tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg voorwaarden of beperkingen verbinden. De geneesheer-directeur moet over de door hem noodzakelijk geachte voorwaarden of beperkingen advies inwinnen bij de zorgverantwoordelijke (art. 8:17 lid 5 en art. 8:20 lid 1 en 3 Wvggz). De geneesheer-directeur heeft uit eigen beweging, maar op basis van advies van betrokken behandelaren, besloten tot het verlenen van een tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg op grond van de lopende zorgmachtiging van 3 september 2023 tot 12 mei 2024, de expiratiedatum van de zorgmachtiging. Aan dit besluit zijn de volgende voorwaarden verbonden:
- U (klager) bent niet (dreigend) agressief bent naar derden. Niet in woorden, maar ook niet per mail of brief, noch fysiek.
- U (klager) veroorzaakt geen overlast door bijvoorbeeld midden in de nacht te schreeuwen of harde muziek te draaien.
Dat klager klaagt over de voorwaarden gesteld in het besluit omdat hij van mening is dat dit niet past bij het met schone lei beginnen in het buitenland.
De geneesheer directeur heeft besloten de zorgmachtiging niet te beëindigen vanwege de kans op een hernieuwde psychotische ontregeling. Juist omdat een eerdere psychotische ontregeling met strafbaar gedrag gepaard ging.
Beoordeling van de commissie:
De geneesheer-directeur moet over de noodzakelijk geachte voorwaarden of beperkingen advies inwinnen bij de zorgverantwoordelijke (art. 8:17 lid 5 en art. 8:20 lid 1 en 3 Wvggz).
Aan de voorwaarden is voldaan, de geneesheer-directeur heeft advies ingewonnen bij de zorgverantwoordelijke en heeft zelfs nog intercollegiaal advies ingewonnen bij andere geneesheer-directeuren. Verder is de geneesheer-directeur maximaal meegegaan met de wens van klager om zich te vestigen in het buitenland ([naam land]).
Uit de overgelegde stukken is de commissie gebleken dat klager lijdt aan een psychische stoornis. De commissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig, psychiatrisch onderzoek, gebaseerde diagnose. Er is sprake van risico op maatschappelijke teloorgang, risico op lichamelijk letsel voor anderen als ook voor klager zelf én het risico dat hij agressie over zichzelf afroept op het moment dat klager niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in de tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg. Deze voorwaarden gelden in Nederland. Klager zal contacten onderhouden in Nederland om in zijn levensonderhoud te voorzien, in de vorm van een uitkering.
Gezien ook het gedrag van klager tijdens de hoorzitting, i.c. het zich onder een andere naam presenteren in zijn scherm, het niet in beeld willen verschijnen en de nazi-uitspraken, ziet de commissie de noodzaak van de gestelde voorwaarden.
Concluderend is de commissie van oordeel dat de voorwaarden gesteld aan de tijdelijke onderbreking van de verplichte zorg als zorgvuldig, proportioneel, doelmatig en veilig beoordeeld kunnen worden.
Uitspraak
De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de voorwaarden gesteld in de tijdelijke onderbreking van verplichte zorg ongegrond.
Beroep
Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.
Aldus besloten,
namens de Wvggz klachtencommissie,
i/o
[voorzitter]
Voorzitter Wvggz klachtencommissie
Datum: 30 oktober 2023
Aantal bladzijden: 5