Zoeken Zoeken
Menu
Overig
Beperking bewegingsvrijheid Beperking om het eigen leven in te richten Dwangmedicatie Separatie

KC23-042 21 november 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klager]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-042
Datum ontvangst klacht : 31 oktober 2023
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 08 november 2023
Datum beschikking : 13 november 2023

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX] (PVP)

[XX] (vriendin klager)

[XX] (vriend klager)

 

[XX] (verweerder/psychiater/wnd. regiebehandelaar)

 

[XX] (voorzitter/jurist)

[XX] (psychiater)

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klacht

De ingediende klachten hebben betrekking op de volgende onderdelen van verplichte zorg:

  1. Opname accommodatie
  2. Separatie
  3. Beperking bewegingsvrijheid
  4. Doorzoeken kamer
  5. Onderzoek lichaam en kleding

 

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klager heeft klachten ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klachten te doen.

 

Klager heeft de klachtencommissie verzocht om een schadevergoeding toe te wijzen.

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 31 oktober 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg. Op 01 november 2023 zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klachten en uitgenodigd voor een hoorzitting.

De klachtencommissie heeft op 06 en 07 november 2023 het verweer ontvangen en dezelfde dag doorgestuurd naar partijen.

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 08 november 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de gemotiveerde uitspraak uiterlijk op 14 november 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft met toestemming van klager inzage gehad in de volgende stukken:

–           Ingediende klacht;

–           Verweerschrift;

–           Medische verklaring d.d. 23-05-2023;

–           Beschikking zorgmachtiging d.d. 19-06-2023;

–           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 28-07-2023 en 25-10-2023;

–           Behandelplan d.d. 06-06-2023;

–           Foto’s van messen, drugs en medicijnen

–           Decursus en rapportage verpleegkundige periode 19-06-2023 t/m 03-11-2023.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met schizofrenie. Er is sprake van een chronisch psychotisch toestandsbeeld met formele en inhoudelijke denkstoornissen.

 

De klachtencommissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose.

 

In de periode waarop de klachten betrekking hebben ontving klager verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging ingaande op 19 juni 2023 en eindigend op 19 juni 2024. Opname en beperking bewegingsvrijheid zijn onderdeel van de toegestane verplichte zorg.    

 

 

Verslag van de hoorzitting

De voorzitter opent de vergadering en alle partijen stellen zich voor.

 

Standpunt van klager

Klager licht ter zitting toe dat hij al maanden klinisch opgenomen is zonder dat er behandeling plaatsvindt. Hij neemt alleen medicatie in en slaapt veel. Hij had aanvankelijk 6 uur vrijheden per dag maar deze zijn ingenomen. Hij kan niet sporten en andere dingen ondernemen. Er is geen stip aan de horizon voor ontslag, aldus klager. Zijn vriendin benoemt dat afspraken met behandelaren vaak afgezegd worden.

Klager vertelt aanvankelijk opgenomen te zijn vanwege suïcidaliteit. Dit is echter niet meer aan de orde. Klager kan bij zijn moeder wonen, voelt zich goed, is bereid om medicatie in te nemen. Hij heeft al vaak gevraagd om een second opinion maar hij vindt hiervoor geen gehoor bij behandelaar. Klager is geen gevaar voor zichzelf en anderen en er is geen sprake van ernstig nadeel. Hij is bereid afspraken te maken over ontslag met voorwaarden en zich ambulant te laten behandelen. Ook wil hij meewerken aan het bepalen van de bloedspiegel om de inname van medicatie te kunnen controleren.

 

PVP vult aan dat de klacht met name ziet op de opname. De andere klachten zijn hier ondergeschikt aan. Klager is ontevreden over de behandeling en de opname bij Pro Persona. Volgens klager zijn er beloftes gedaan die niet nagekomen zijn. Hij had veel vrijheden en weekendverlof en er zou gesproken worden over ontslag. Dan gebeurt er weer iets waardoor alle afspraken van tafel zijn en klager weer opnieuw moet beginnen. Klager staat open voor alle hulpverlening die nodig is, aldus PVP. Met betrekking tot de klacht over separatie is klager van mening dat hij niet ieder uur bezoek heeft gehad van een medewerker van de afdeling. Er is te weinig contact geweest. De separatie viel onder de noodmaatregel maar klager heeft ook achteraf geen brief hierover ontvangen. Klager licht toe dat hij niet meewerkte aan onderzoeken, hetgeen leidde tot het onderzoek van kamer en kleding, omdat hij net terug was van verlof en er even geen zin in had. Klager werkt in principe altijd mee, aldus PVP.

 

 

Standpunt verweerder

Verweerder vertelt dat zij klager, samen met medewerkers van Fact en een collega van [naam afdeling] op 07 september 2023 heeft gesproken. Klager was duidelijk in het feit dat hij met ontslag wilde. Afgesproken is toen om het ontslagtraject op te starten onder drie voorwaarden: een veilige, stabiele woonomgeving voor klager, inname van de afgesproken medicatie en het nakomen van de afspraken met het Fact-team.

Ten aanzien van de woonsituatie benoemt verweerder dat dit niet gelukt is tot nu toe. De vriendin van klager gaf aanvankelijk aan dat klager bij haar kon verblijven maar trok deze toezegging later in. Klager wilde bij zijn ouders gaan wonen en zou hierover zelf het gesprek met zijn moeder aangaan. Het gesprek hierover met Fact is een paar keer uitgesteld. Moeder bleek niet op de hoogte van het feit dat klager mogelijk weer thuis zou gaan wonen. Er is sprake van een moeizame relatie tussen vader en klager. Op enig moment was er een datum voor een gesprek maar de dag ervoor is klager gesepareerd, aldus verweerder, waardoor het gesprek opnieuw uitgesteld moest worden. Klager heeft geen woonruimte en heeft zich sinds 31 oktober jl. onttrokken aan zorg. Verweerder weet niet waar klager verblijft.

Over de tweede voorwaarde, de medicatie inname, vertelt verweerder dat de spiegel clozapine na terugkeer van weekend beduidend lager was dan tijdens klinisch verblijf. Bij het onderzoek naar kamer en kleding is een flinke hoeveelheid Clozapine gevonden, aldus verweerder. Dit ondersteunt het vermoeden op medicatie ontrouw.

Ten aanzien van het nakomen van de afspraken met het Fact-team vult verweerder aan dat klager regelmatig aangeeft dat hij geen ambulante zorg wil omdat hij van mening is dat dit niet nodig is. Afspraken met behandelaren komt klager vaak niet na. Ook onttrekt hij zich aan zorg. Het Fact team heeft aangegeven op dit moment de ambulante zorg van klager niet over te willen nemen gezien bovenstaande. Als klager zich in de klinische setting al niet aan de afspraken houdt is er onvoldoende basis voor ambulante begeleiding.

 

Over de Second Opinion zegt verweerder dat dit verzoek op 31 oktober jl. door de vriendin van klager is gedaan. Dit is een recht en kan geregeld worden, aldus verweerder. Vervolgens heeft klager zich echter aan zorg onttrokken en is tot op heden niet teruggekeerd naar de kliniek. Er heeft dus geen gesprek meer plaatsgevonden hierover.

Verweerder licht toe dat klager een paar weken geleden, bij terugkeer na verlof, een groot mes in bezit had. Dat heeft klager afgegeven. Zijn kleding is toen ook onderzocht maar er werd niets gevonden. Op 25 oktober 2023 kwam klager niet goed terug van verlof vertelt verweerder. Hij was erg prikkelbaar. Omdat behandelaren de situatie niet vertrouwden zijn ook de kamer en kleding van klager onderzocht. Klager reageerde agressief hierop waarop de vrijheden zijn ingetrokken en er, voor de veiligheid van collega’s, gehandeld is zoals bij noodsituaties gebruikelijk is. Bij controle op zijn kamer werd een gevaarlijk steekmes aangetroffen. Het mes lag verstopt in een sok bij het raam vertelt verweerder. Bij lichamelijke controle werden tabletten Clozapine en harddrugs aangetroffen in de kleding van klager. Verweerder benoemt dat hiermee de noodingreep gerechtvaardigd bleek. Verweerder vult aan dat het gesprek met klager hierover moeilijk te voeren is omdat hij alles ontkent.

Verweerder maakt zich ook zorgen omdat klager suïcidaal kan worden als hij lang de medicatie niet inneemt. Zij is van mening dat klager terug moet naar de afdeling voor behandeling. Op dit moment is de verblijfplaats van klager niet bekend.  

 

Tijdens de vragenronde vertelt klager dat hij het mes op zak had omdat hij als hobby ‘bushcraft’ heeft. Hij gaat graag de natuur in. Klager vertelt dat hij verweerder heeft gevraagd of ze zijn medicatie kan doorsturen naar een apotheek. Klager beroept zich op het recht op nazorg na ontslag. Klager heeft ook medicijnen bij zijn ouders liggen maar heeft vooral fluvoxamine nodig. Hij licht toe dat zijn bloedspiegel voor Clozapine laag is omdat de fluvoxamine dit negatief beïnvloedt.

 

De klachtencommissie benoemt dat er in deze situatie geen sprake is van ontslag maar van onttrekking aan zorg omdat klager zonder overleg vertrokken is en er een zorgmachtiging afgegeven is.

Op een vraag over de huidige verblijfplaats van klager antwoordt hij dat hij op een veilige plek bij zijn ouders woont. Hij wil verder met zijn leven en is niet van plan terug te gaan naar de kliniek.  

Klager beaamt dat hij de diagnose schizofrenie ontkent en daarom een second opinion heeft aangevraagd.  

 

In de tweede ronde benoemt klager nogmaals dat hij wel aan de voorwaarden voor ontslag voldoet. Hij kan bij zijn ouders wonen, gaat akkoord met de begeleiding van Fact en werkt mee aan de afspraken op de kliniek. Ook is klager het eens met het bloedprikken om de spiegel te kunnen vaststellen van de medicatie.

De PVP vraagt aan verweerder wanneer er een gesprek geregeld kan worden om het ontslag te bespreken.

 

Er heeft deze week nog een overleg plaatsgevonden met de psychiater en een verpleegkundig specialist van het Fact team, aldus verweerder. Zij willen de zorg onder deze voorwaarden niet overnemen. Er heeft geen gesprek moet moeder kunnen plaatsvinden, dus er is geen veilige woonplek, medicatie wordt niet trouw ingenomen en afspraken komt klager niet na. Klager moet terug naar de kliniek en ingesteld worden op depotmedicatie vervolgt zij. Een second opinion aanvragen kan altijd.

 

Klager geeft als verklaring voor het feit dat hij zich heeft onttrokken aan zorg dat hij niet behandeld wordt bij Pro Persona en het feit dat hij voor verlof afhankelijk is van vervoer door derden of flinke kosten moet maken voor openbaar vervoer.  

 

Klager licht toe dat hij een schadevergoeding heeft gevraagd omdat hij als een crimineel behandeld is, met name bij het onderzoek naar lichaam en kleding. Hij heeft dit als traumatisch ervaren. Klager is een hele week opgesloten op de afdeling zonder dat hij naar buiten mocht. Ook is klager niet goed voorgelicht over de hoge eigen bijdrage die hij moet betalen. Hij is al 2 maanden totaal onnodig opgenomen en er is sprake van een ernstige inbreuk op zijn integriteit. Klager noemt een bedrag van 500 euro als acceptabele schadevergoeding voor gemaakte kosten en geleden emotionele schade. Zijn vriendin noemt een bedrag van 100 euro per dag als redelijk.

 

In de slotronde laat [naam vriend] weten dat hij denkt dat klager beter af is met behandeling in de ambulante setting. Hij kent klager al langere tijd en ziet hoe nerveus klager wordt als hij na verlof weer terug moet naar de kliniek. Hij constateert dat klager rustiger en relaxter is dan een paar maanden geleden. Hij vindt ook dat het hebben van een relatie niet samengaat met een opname in een kliniek. Hij onderschrijft de noodzaak van medicatie maar ziet al wel een verbetering in het toestandsbeeld van klager.  

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

 

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de verplichte medicatie en opname zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz. Verder zien de klachten op uitvoering van tijdelijke verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8:12 Wvggz en zijn gericht tegen het insluiten, onderzoek van klagers kamer en onderzoek aan lichaam en kleding  en ook deze klachten zijn ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

 

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man. Klager klaagt over de verplichte zorg in de vorm van beperking van zijn bewegingsvrijheid, opname op een besloten afdeling, insluiten, onderzoeken aan lichaam of kleding en onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen. Klager is het niet eens met deze verplichte vormen van zorg en wil een schadevergoeding. Hij betaalt 500 euro per maand aan eigen bijdrage en wil deze vergoed hebben als schadevergoeding. Omdat klager het niet eens is met deze verplichte zorg heeft hij zich hieraan zelf onttrokken per 31 oktober jl. Hij verblijft niet meer bij Pro Persona en is niet van plan om terug te gaan. Klager is ontevreden over de behandeling, voelt zich goed en vindt niet dat er sprake is van ernstig nadeel.

Verweerder geeft aan dat gedurende de opname het sterke vermoeden ontstond dat klager zijn medicatie niet trouw innam. Zijn gedrag veranderde zichtbaar waarbij zijn achterdocht naar verpleging en behandelaren toenam en klager steeds meer weerstand uitte tegen de opname. Op 20 juli 2023 bleek dat de clozapine spiegel van klager ernstig verlaagd was. In overleg met de waarnemend psychiater is toen besloten de vrijheden van klager in te perken, zodat er toezicht kon zijn op de inname van de medicatie. Hierna zijn de vrijheden weer opgebouwd. Op 30 september 2023 kwamen er signalen van derden dat klager zich dreigend gedroeg en een groot mes bij zich had. Bij terugkomst op de afdeling is klager door zorgbeveiligers en verpleging hierop aangesproken en werden zijn tassen gecontroleerd. Er werd een groot mes aangetroffen in zijn tas. Hierop is klager weggelopen. Op 02 oktober 2023 is klager teruggekomen naar de afdeling. Hij gaf aan het mes bij zich te hebben omdat hij zich vaak onveilig voelt. Met klager werd nadrukkelijk besproken dat het meenemen van messen naar de afdeling niet is toegestaan. Op 23 oktober 2023 heeft klager zich wederom onttrokken. De volgende dag in de avond is klager teruggekeerd naar de afdeling. Op 25 oktober 2023 is besloten de vrijheden en het verlof van klager in te trekken. Hij gedroeg zich prikkelbaar, gespannen en achterdochtig en weigerde mee te werken aan kamercontrole. Omdat de situatie als potentieel gevaarlijk werd ingeschat, is besloten verplichte zorg in een noodsituatie te starten om de kamercontrole uit te kunnen voeren. Bij controle werd een gevaarlijk mes aangetroffen, een relatief grote hoeveelheid medicatie (o.a. Concerta, clozapine en lorazepam) en heeft klager ook harddrugs bij zich. Uitleg hierover wilde hij verder niet geven en hij uit zich dreigend. Gezien de dreiging is besloten klager voor een time-out naar de separeer te brengen en na een half uur te beoordelen. Hierop zijn de vrijheden weer ingeperkt.

 

Op 31 oktober 2023 had klager een uitvaart van een familielid waar hij graag naar toe wilde. Hier zijn met familie afspraken over gemaakt omtrent halen en brengen van klager. Klager heeft zich echter wederom onttrokken en is ten tijde van dit schrijven nog niet retour. Klager verbleef bij de opname afdeling op de [naam] op een besloten groep. Klager is bij [afdeling] overgenomen op een besloten groep. Voor zover bekend is er nooit gesproken over overname op [afdeling] op een open groep. Klager is op 25 oktober 2023 gesepareerd vanwege de hierboven beschreven situatie. De volgende dag is hij gezien en beoordeeld door de regiebehandelaar. Klager lijkt minder geladen dan de dag ervoor, uitte zich nog wel achterdochtig naar verpleging en behandelaren. Klager is toen met 0 vrijheid gedesepareerd. De kamer en het lichaam van klager zijn doorzocht vanwege de sterke vermoedens dat patiënt gevaarlijk materiaal/wapens bij zich had, en de risico’s die dit met zich mee zou brengen voor de verpleging en de andere patiënten verblijvend op de groep. Er zijn wapens en verdovende middelen gevonden.

 

 

Beoordeling van de commissie:

 

Uit de overgelegde stukken is volgens de commissie gebleken dat klager lijdt aan een psychische stoornis. De commissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose. Er is sprake van risico op levensgevaar, maatschappelijke teloorgang, risico op lichamelijk letsel voor anderen als ook voor klager zelf én het risico dat hij agressie over zichzelf afroept, indien geen verbetering in het toestandsbeeld van klager optreedt.

 

Daarmee staat voor de commissie vast dat het gedrag van klager als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Ter afwending van dit ernstig nadeel heeft klager verplichte zorg nodig. De commissie is verder van oordeel dat de behandelaren in redelijkheid hebben kunnen beslissen dat het ernstig nadeel niet zonder een behandeling door opname en beperking van zijn bewegingsvrijheid kan worden afgewend en dat deze vormen van verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief zijn. Het valt niet te verwachten dat een andere, minder ingrijpende, behandeling het ernstige nadeel kan wegnemen. 

 

Verder kan de klachtencommissie de overweging van verweerder volgen, met name door de gevonden verdovende middelen, de medicatie en wapens op de kamer van klager, evenals zijn dreigende gedrag. Dit ernstig nadeel was acuut en er is terecht gebruik gemaakt van de tijdelijk noodzakelijke verplichte zorg op grond van artikel 8:11 Wvggz juncto artikel 8:12 Wvggz ter afwending van een noodsituatie gelet op het ernstig nadeel en de veiligheid binnen de accommodatie.

 

Verder merkt de klachtencommissie op dat klager zichzelf meerdere malen heeft onttrokken aan de verplichte zorg, ook ten tijde van de hoorzitting. Tijdens de hoorzitting is door klager verklaard dat hij zich zeker aan de afspraken wil houden. De klachtencommissie concludeert dat zijn gedrag laat zien dat hij zich wel aan de afspraken wil houden maar zijn gedrag hiermee niet in overeenstemming is.

 

Concluderend is de commissie van oordeel dat met opname en de beperking van de bewegingsvrijheid voldaan is aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.

Ditzelfde geldt eveneens voor de klachten inzake het inzetten van tijdelijke verplichte zorg ter afwending van een noodsituatie.

 

Dit maakt dat de klacht jegens de opname bij Pro Persona en beperking van de bewegingsvrijheid ongegrond verklaard worden. Eveneens worden de klachten ingezet ter afwending van een noodsituatie, te weten de insluiting, het doorzoeken van de kamer en het onderzoek aan lichaam en kleding als terecht ingezet beoordeeld. Dit maakt dat ook deze klachten ongegrond verklaard worden.

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de opname ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de beperking bewegingsvrijheid ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de insluiting ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen het doorzoeken van de kamer ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen het onderzoek van lichaam en kleding

ongegrond.

 

 

Schadevergoeding

Nu alle klachten ongegrond verklaard zijn is schadevergoeding niet meer aan de orde.

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 13 november 2023

Aantal bladzijden: 8