KC23-020 27 juni 2023
Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid
Inzake | : [klager] |
Instelling | : Pro Persona |
Klachtnummer | : KC23-020 |
Datum ontvangst klacht | : 22 mei 2023 |
Schorsingsverzoek | : n.v.t. |
Datum hoorzitting | : 02 juni 2023 |
Datum beschikking | : 05 juni 2023 |
Aanwezig bij de hoorzitting
[XX] (klager)
[XX] (PVP)
[XX] (verweerder A/psychiater)
[XX] (verweerder B/arts in opleiding)
[XX] (voorzitter)
[XX] (psychiater)
[XX] (lid)
[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)
Ingediende klachten
- Opname in een kliniek
- Verplichte depotmedicatie
Bevoegdheid klachtencommissie
Klager heeft klachten ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: ‘Wet verplichte ggz’). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 van de Wet verplichte ggz bevoegd om uitspraak over deze klachten te doen.
Procesverloop
De klachtencommissie heeft op 22 mei 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg en dezelfde dag partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting.
De klachtencommissie heeft op 30 mei 2023 het verweer ontvangen en diezelfde dag doorgestuurd naar partijen. Op 31 mei is een aanvullend verweerschrift ingediend en naar partijen gezonden per mail. De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 02 juni 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 05 juni 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.
De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:
– Ingediende klacht;
– Verweerschriften (vanuit ambulante en klinische setting);
– Behandelplan d.d. 17-02-2023 en 11-05-2023;
– Aanvraag voorbereiding ZM d.d. 20-12-2022;
– OM aanlevering gegevens zorgmachtiging d.d. 19-01-2023;
– Mededeling voorbereiding zorgmachtiging d.d. 19-01-2023;
– Aanwijzing zorgverantwoordelijke GD d.d. 19-01-2023;
– Medische verklaring d.d. 10-02-2023;
– Bevindingen GD d.d. 21-02-2023;
– OM indienen verzoek zorgmachtiging d.d. 23-02-2023;
– Zorgkaart;
– Historisch overzicht machtigingen;
– Kennisgeving mondelinge uitspraak ZM d.d. 10-03-2023;
– Beschikking rechtbank zorgmachtiging d.d. 10-03-2023;
– Informatiebrief verplichte zorg d.d. 19-04-2023 en 03-05-2023;
– Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 19-04-2023 en 11-05-2023;
– Informatiebrief overdracht zorgverantwoordelijke d.d. 12-05-2023;
– 8.16-brief Overdracht zorgverantwoordelijke 17-05-2023;
– Decursus periode 13-05-2023 t/m 25-05-2023.
Feiten
Klager is een [leeftijd] man bekend met schizofrenie. Klager is al lang in behandeling voor de schizofrene stoornis. Klager heeft in 2014 zijn medisch dossier laten vernietigen.
Klager ontvangt verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 10 maart 2023 en met een expiratiedatum van 10 september 2023.
Opname in een kliniek en toediening van medicatie vormen onderdeel van de toegestane verplichte zorg.
Verslag van de hoorzitting
Standpunt van klager
De PVP licht toe dat de klacht gaat over opname en de huidige depotmedicatie. Klager heeft veel last van bijwerkingen zoals rusteloze benen en hoofdpijn. In een eerdere periode met psychotische klachten is klager behandeld met o.a. Clozapine. Deze medicatie zorgde voor veel nare bijwerkingen waaronder heftige paniekaanvallen vertelt klager. Er was toen geen sprake van rusteloze benen. Ook leidde de Clozapine tot suïcidale gedachten. De PVP vult aan dat klager als gevolg daarvan nu niet open staat voor Paliperidon. Klager vraagt zich af waarom hij überhaupt medicatie moet innemen en opgenomen is omdat er volgens hem niet veel aan de hand is verklaart hij ter zitting. Hij kan dit ook niet opmaken uit de verweerschriften van behandelaren en de 8.9-brief over de opname. Wel staat vermeld dat behandelaren enkele keren voor de deur van klager hebben gestaan. Klager benoemt dat dit slechts eenmaal is voorgekomen. Hij heeft toen inderdaad niet opengedaan en later een brief gevonden in de brievenbus. Over het genoemde tweede bezoek weet hij niets en heeft hij ook geen brief over ontvangen.
De PVP vult nog aan dat het bezwaar van klager zich met name richt op de proportionaliteit van de opname en medicatie. Als de aanleiding voor opname was dat klager niet thuis aangetroffen werd dan had klager graag een vooraankondiging hiervan ontvangen. De medicatie is gezien de bijwerkingen niet proportioneel. De PVP vindt het belangrijk op te merken dat het tweede verweerschrift niet door medewerkers van de afdeling aan klager is uitgereikt. Ook hebben medewerkers ten onrechte tegen klager gezegd dat een klacht bij de klachtencommissie ingediend moet worden door een patiëntenvertrouwenspersoon en dat een client dit niet zelfstandig kan doen.
Tenslotte merkt klager op dat de genoemde maatschappelijke teloorgang voor hem betrekking heeft op de situatie bij opname en niet de thuissituatie. Op de afdeling trekt hij zich terug en is veel minder in contact. De verpleging zit ’s avonds vaak samen op kantoor. Klager durft dan de confrontatie niet aan en heeft het idee dat de verpleging daar ook geen aandacht voor heeft. Thuis is maatschappelijke teloorgaan niet aan de orde omdat hij veel meer hulp en afleiding heeft aldus klager. De opname is daarom volgens hem ook niet effectief.
Standpunt van verweerder
Verweerder B benoemt dat ze het betreurt dat klager de verplichte zorg als zo vervelend heeft ervaren. Haar doel is dat klager zich goed voelt en weer goed kan functioneren in de maatschappij. Zij vertelt dat de problemen eind vorig jaar begonnen. Medewerkers van het Fact team zijn in oktober 2022 bij klager langs geweest op verzoek van zijn partner omdat hij psychotische uitspraken deed. De thuissituatie werd haar teveel. Klager was bang dat hij een chip implantaat zou krijgen en dat de huisarts en Pro Persona probeerden zijn huwelijk kapot te maken. Behandelaren zijn daarna meerdere keren langs gegaan en pas in maart 2023 werd er gedacht over een aanvraag voor een zorgmachtiging. In april 2023 gaf klager tijdens een huisbezoek aan dat de medewerkers van Pro Persona moordenaars waren en niet te vertrouwen. Uiteindelijk heeft het toestandsbeeld geleid tot een verplichte opname onder begeleiding van politie. Klager is op 11 mei 2023 opgenomen op de [afdeling] in [plaatsnaam] en na 4 dagen overgeplaatst naar de [locatie] in [plaatsnaam]. Op 19 mei 2023 is gestart met een depot Paliperidon. Aanvankelijk was klager erg wantrouwend naar psychiaters tijdens de opname. Hij had last van stemmen die aangaven dat hij naar de andere wereld zou moeten gaan en dat zijn vrouw in deze wereld niet zijn vrouw was. Om die andere wereld te betreden moest hij de opdrachten van die stemmen volgen, bijvoorbeeld door in de Rijn te springen. Verweerder benoemt dit o.a. als het ernstig nadeel voor klager. Op de afdeling was ongeveer een week na de eerste gift Paliperidon een beginnende stabilisatie zichtbaar aldus verweerder. De spanning liep nog wel op als het ging over de inhoud van zijn gedachten. Momenteel is klager iets meer in contact vertelt zij maar onvoldoende stabiel om nu al met ontslag te gaan. Verweerder B refereert nog aan de lang bestaande diagnose schizofrenie en het ernstig nadeel dat daarmee gepaard gaat. Er is sprake van ontbrekend ziektebesef en ziekte-inzicht aldus verweerder. Opname en medicatie zijn nodig om het toestandsbeeld te behandelen.
Tijdens de vragenronde geeft klager aan dat hij geen effect ervaart van de medicatie. Hij had voor het depot al last van hoofdpijn maar deze klachten zijn enorm toegenomen na het eerste depot Paliperidon. Verweerder geeft aan dat zij niet bekend was met de toegenomen hoofdpijn klachten en dat klager hiervoor pijnstillers kan krijgen. Rusteloze benen is een bekende bijwerking van deze medicatie.
Klager vertelt dat hij tussen 2018 en 2022 is uitgeschreven bij Pro Persona en geen contact heeft gehad met het Fact team. In die periode ging het wisselend met hem. ‘Met vallen en opstaan’ verklaart hij ter zitting.
Ten aanzien van de stemmen in zijn hoofd geeft klager aan dat hij daar veel last van heeft. Wel heeft hij het geaccepteerd als een onderdeel van zijn leven. Hij wordt er soms angstig of boos van. Klager zou er graag beter mee om kunnen gaan. Hij benoemt dat de stemmen juist toenemen bij opname. Zo geven de stemmen aan dat hij suïcide moet plegen. Daar heeft hij in de thuissituatie geen last van, aldus klager. Klager benadrukt dat hij erkent stemmen te horen maar er inhoudelijk verder niet over wil praten.
Klager geeft tijdens de hoorzitting aan dat hij depot acceptabel vindt als dat de voorwaarde is voor ontslag. De opname verslechtert zijn situatie en zorgt voor meer stemming in zijn hoofd die gekke opdrachten geven, ook naar personeel.
Klager is bekend met diabetes. Hij weet momenteel niet hoe zijn suikerspiegel is. Dit was een tijd laag genoeg om de stoppen met de medicatie maar moest periodiek gevolgd worden. Klager vertelt dat hij dat niet heeft gedaan. Hij benoemt het als een reden temeer om naar huis te gaan. Op de afdeling zit hij veel. Thuis is hij veel actiever. Ten aanzien van de suikerziekte acht klager vooral gewichtsafname van belang. Klager wil niet naar zijn huisarts voor controles omdat hij hem niet vertrouwt. Wijziging van huisarts zou een optie kunnen zijn hiervoor.
Verweerders benoemen aandacht te hebben voor de somatische klachten van klager.
Ten aanzien van de bijwerkingen geeft verweerder B aan dat klager niet eerder aangegeven dat hij last heeft van onrustige benen. Ze heeft klager op 31 mei jl. nog gezien. Toen was er sprake van schimmelplekken in zijn liezen en benoemde klager de hoofdpijn. Overstappen naar een ander depot zou bespreekbaar zijn aldus verweerder B.
Verweerder A vult aan dat het huidige depot de voorkeur heeft omdat daarna makkelijk overgestapt kan worden naar Trevicta. Dit is minder ingrijpend aldus verweerder A. Er hoeft dan maar een keer per drie maanden geprikt te worden. Gezien het soms lastige contact met klager is dat een voordeel aldus verweerder A.
Klager beaamt ter zitting dat hij denkt dat de medewerkers van Pro Persona zijn vrouw en hem uit elkaar willen halen. Dat is ook gebeurd vertelt hij. Ze is apart gaan wonen.
Klager benadrukt nogmaals dat een depot voor hem acceptabel is als dit voorwaarde is voor ontslag en als hij niet zo’n enorme hoofdpijn heeft als nu het geval is. Klager benoemt het als een soort clusterhoofdpijn. Klager had verzocht om paracetamol bij de verpleging maar toen zij alleen lorazepam wilden geven heeft hij zelf paracetamol gekocht om de pijn te kunnen reguleren.
Verweerder vult aan dat dergelijke zware hoofdpijn geen bekende bijwerking is van Paliperidon en dat het huidige depot voordelen heeft ten opzichte van andere depots. Het lichaam moet er ook even aan wennen aldus verweerder A. Paliperidon maakt wel dat klager waarschijnlijk eerder met ontslag kan. Behandeling van de hoofdpijn is zeker bespreekbaar vindt verweerder A, stoppen met dit depot op dit moment niet.
Verweerder B betreurt het dat klager het heft zelf in handen heeft genomen rond de pijnstilling en zou graag met hem in gesprek gaan over de pijnbestrijding.
In de slotronde geeft verweerder A aan dat het contact met klager iets makkelijker werd na het eerste depot. Klager ging toen ook akkoord met het controleren van de suikerspiegel. De glucosespiegel is nu onder controle. Wel is een verhoging van enkele waardes zichtbaar maar deze behoeven nog geen speciale behandeling.
Verweerder A constateert een beginnende verbetering van het toestandsbeeld van klager. De vrijheden worden momenteel uitgebreid vertelt hij. Ontslag hoeft niet meer zo lang te duren aldus verweerder A. Bij het ontslag zal een advies aan de huisarts meegaan om de bloedspiegel regelmatig te controleren.
BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE
Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie
Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de opname en medicatie zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en beide klachten zijn ontvankelijk.
Gronden en overwegingen
Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.
Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:
- zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
- met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
- voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.
Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.
Klager is een [leeftijd] man, bekend met een recidiverende psychotische stoornis, in combinatie met persoonlijkheidsstoornis, medicatie-ontrouw, het onttrekken aan zorg en alcoholmisbruik. Klager klaagt over zijn opname en medicatie. Opname vindt hij niet proportioneel, de GGZ en huisarts vormen een complot om hem en zijn vrouw uit elkaar halen. Verder ervaart klager veel bijwerkingen van de medicatie, namelijk erge hoofdpijn en rusteloze benen.
Verweerder geeft aan dat er sprake is van ontbrekend ziektebesef en ontbrekend ziekte – inzicht bij klager ten aanzien van zowel zijn psychiatrische alsook zijn somatische klachten. Recent is klager ongeoorloofd afwezig geweest nadat hij uit de kliniek was gevlucht. Hij weigert inname van psychofarmaca alsook somatische medicatie ondanks een vastgestelde hoge bloeddruk en diabetes. Klager toonde fors verzet bij opname waarbij overmacht door politie alsook noodmedicatie noodzakelijk is geweest. Omdat er sprake is van een psychotische episode is klager opgenomen. Hij heeft de sterke overtuiging dat de GGZ een nazi instelling is met kwade bedoelingen. Klager hoort stemmen die gevaarlijke opdrachten geven voor hemzelf en zijn omgeving. Het is de ambulante behandelaar niet gelukt om behandeling in de thuissituatie vorm te geven en het gevaar in de thuissituatie af te wenden.
De commissie constateert dat aan alle formele aspecten van de verplichte zorg met medicatie en opname is voldaan. De beslissing verplichte zorg (opname en medicatie) is ter kennisname aan klager uitgereikt op 11 mei 2023. Klager heeft in deze opnameperiode de medicatie paliperidon als depot ontvangen op 19 mei 2023. Op 26 mei 2023 werd geobjectiveerd dat er sprake is van beginnende stabilisatie van het psychiatrisch toestandsbeeld. Uit de stukken en hetgeen in de hoorzitting is aangevoerd, volgt dat de toepassing van verplichte zorg, te weten toedienen van intramusculaire medicatie, noodzakelijk is om het toestandsbeeld te stabiliseren, om zo het ernstig nadeel voor klager zelf en anderen te doen afwenden. Niet is gebleken dat er minder bezwarende alternatieven zijn. Hoofdpijn is een bijwerking die vooral bij de start van paliperidon kan voorkomen. Klager krijgt van verweerder paracetamol om de hoofdpijn te bestrijden, ook heeft klager zelf paracetamol gekocht om in te nemen.
Klager heeft aangegeven dat hij door stemmen in zijn hoofd aangezet wordt tot gevaarlijk gedrag voor zichzelf en anderen. Eveneens is er sprake van het vermijden van zorg door klager zowel psychiatrisch als somatisch. Opname is noodzakelijk omdat behandeling in een gecontroleerde omgeving de slagingskans om het ernstig nadeel te bestrijden verhogen. Verweerder heeft voldaan aan de proportionaliteit en subsidiariteit, eisen gesteld aan verplichte zorg. De commissie volgt de ingezette verplichte zorg van verweerder zowel op het gebied van medicatie als opname om de ernstige nadelen te bestrijden. Dit maakt dat beide klachten ongegrond verklaard worden.
Uitspraak
De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen medicatie ongegrond.
De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de opname ongegrond.
Beroep
Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.
Aldus besloten,
namens de Wvggz klachtencommissie,
i/o
Voorzitter Wvggz klachtencommissie
Datum: 5 juni 2023
Aantal bladzijden: 6