KC22-054 11 januari 2023
Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid
Inzake | : [klager] |
Klachtnummer | : KC22-054 |
Instelling | : Pro Persona |
Datum ontvangst klacht | : 28 december 2022 |
Schorsingsverzoek | : Gehonoreerd |
Hoorzitting | : 5 januari 2023 |
Datum uitspraak | : 10 januari 2023 |
Aanwezig bij de hoorzitting
[XX] (klager)
[XX] (patiëntenvertrouwenspersoon)
[XX](verweerder)
[XX] (voorzitter klachtencommissie)
[XX] (psychiater) `
[XX] (verpleegkundige)
[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)
Juridische status
Zorgmachtiging
Klacht
- Verplichte medicatie
- Separatie
- Beperking vrijheden door inname laptop en telefoon
Procesverloop
De klachtencommissie heeft op 27 december 2022 een klacht ontvangen inzake verplichte medicatie. Klager heeft tevens een schorsingsverzoek ingediend. De klacht is na 12:00 ontvangen en daarom op 28 december 2022 in behandeling genomen.
Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het schorsingsverzoek is gehonoreerd en op 28 december 2022 per mail naar klager en verweerder gezonden. Op 2 januari 2023 heeft klager twee aanvullende klachten ingediend, te weten separatie en beperking vrijheden.
De klachtencommissie heeft op 3 januari 2023 het verweer ontvangen en doorgestuurd naar partijen.
De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 5 januari 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie betrokkenen dezelfde dag nog zal informeren over haar besluit. De gemotiveerde uitspraak volgt uiterlijk op 11 januari 2023.
De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:
– Ingediende klacht d.d. 28-12-2022;
– Verweerschrift 03-01-2023;
– Zorgmachtiging d.d. 28-03-2022;
– Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 12-07-2022;
– Behandelplan d.d. 18-02-2022 en 14-07-2022;
– Zorgkaart d.d. 22-02-2022;
– Medische verklaring d.d. 01-03-2022;
– Bevindingen GD d.d. 07-03-2022;
– Rapportage verpleegkundigen 25-07-2022 t/m 21-01-2023.
Termijn
Het klaagschrift bevat een klacht over verplichte medicatie als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. De klachten over medicatie en beperking vrijheden hebben betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 11 januari 2023.
Feiten
Klager is een [leeftijd] man bekend met psychotische episoden in het kader van een schizoaffectieve stoornis en middelengebruik. Klager is meerdere malen opgenomen geweest, al dan niet binnen een gedwongen kader. Klager is in januari 2022 overgeplaatst naar [naam] vanwege agressie naar hulpverleners.
Op 28 maart 2022 is een zorgmachtiging afgegeven met een expiratiedatum op 28 maart 2023 waarbij medicatie onderdeel vormt van verplichte zorg.
Standpunt van partijen
Klager geeft ter zitting aan dat hij, naast de drie ingediende klachten, ook een klacht wil indienen over de behandelaren. Klager is ontevreden over hun functioneren en de aanwezige verweerder is bijna nooit aanwezig op de locatie aldus klager. Klager vertelt dat hij bezig is met het inzetten van een advocaat hiervoor. Ook wil klager een klacht indienen over het kamerprogramma. Klager vertelt dat hij de kerstdagen heeft doorgebracht op zijn kamer en oud en nieuw in de separeer. Hij is hier boos over. Klager vult aan dat hij precies een jaar geleden opgenomen is en daarna wel 100 keer in de separeer is geplaatst. Daarom wil hij een uitgebreide klacht indienen en schadevergoeding benoemt klager ter zitting.
Klager wil aangifte doen van vernieling van zijn persoonlijke bezittingen die bij Pro Persona waren opgeslagen.
Klager licht toe dat hij last heeft van de bijwerkingen van de medicatie in de vorm van hoofdpijn en bloed ophoesten. Klager vertelt dat hij gediagnosticeerd is met ADHD en daar medicatie voor moet hebben. Dit wordt echter niet onderkend door Pro Persona aldus klager. Klager benadrukt dat er vaak urinetests zijn gedaan maar dat er nooit alcohol of drugs is gevonden in zijn urine.
De PVP benoemt dat de duur van de verplichte zorg ontbreekt in de 8.9-brief. Dit staat wel vermeld in het zorgplan maar dient ook vermeld te worden in de aanzeggingsbrief van de verplichte zorg aldus de PVP. Ten aanzien van de klacht over de inname van de mobiele telefoon en laptop geeft de PVP aan dat klager met kerst mensen een goede kerst had willen wensen en dit niet mogelijk was omdat hij zijn mobiel niet kreeg.
Verweerder geeft ter zitting aan dat klager aanvankelijk niet heeft aangegeven bijwerkingen te ervaren van de olanzapine. In latere instantie heeft klager dit wel vermeld maar deze bijwerkingen konden niet geobjectiveerd worden. Ook is er een longfoto gemaakt vanwege het vermeende bloed opgeven. Hierop waren geen afwijkingen zichtbaar.
De behandeling met olanzapine is begin 2022 gestart en verweerder constateert een positief effect op het toestandsbeeld. Er vinden bloedspiegelbepalingen plaats en de medicatie wordt periodiek besproken met klager. Er is wel sprake van een heel wisselend verloop aldus verweerder. Klager is bekend met een schizoaffectieve stoornis. Er is sprake van een lange voorgeschiedenis met periodes met dwang. Klager maakt nu een langdurende manische episode door. Het is erg lastig om in de samenwerking te komen en de medicatie goed ingeregeld te krijgen. Soms lukt het een enigszins om een relatie met klager op te bouwen maar dat gaat daarna al snel weer mis verklaart verweerder. Tot afgelopen november ging het redelijk goed. Daarna is er weer een kink in de samenwerking ontstaan aldus verweerder.
Klager heeft zich verbaal en fysiek agressief geuit en heeft –zichtbaar op camerabeeld- geld gestolen bij het winkeltje op het terrein van de instelling. Ook is klager, samen met een medepatiënt, uit de kliniek ontsnapt en heeft daarna middelen gebruikt. Dit had een erg negatief effect op het toestandsbeeld aldus verweerder. Als gevolg daarvan hebben behandelaren besloten om kleinere stapjes te maken in het herstelprogramma dan aanvankelijk gepland en hebben dit besproken met klager. Verweerder denkt dat hierdoor het vertrouwen in behandelaren verminderd is bij klager en ervoor zorgt dat er geen samenwerking mogelijk is momenteel.
Er wordt geprobeerd om klager in de ochtend te laten starten op de afdeling. Dit is enkele maanden goed gegaan maar de afgelopen periode is dat, vanwege verbale en fysieke agressie, vaak niet mogelijk.
Ten aanzien van de inname van telefoon en laptop licht verweerder toe dat zij op 27 december 2022 van verschillende kanten berichten ontving dat klager dreigende mails en foto’s had gestuurd. Op deze beelden was ook een medepatiënt zichtbaar. Klager was lukraak contacten aan het maken en mailen. In het MDO is de situatie besproken. Klager heeft veel behoefte aan autonomie maar moet ook beschermd worden in zijn gedrag. Hij stuurt regelmatig dreigende mails naar anderen en kan hiermee ook agressie over zichzelf oproepen. Daarom is besloten de telefoon en laptop in te nemen. De afspraak is om de telefoon weer gecontroleerd terug te geven aan klager maar dit gaat regelmatig mis. Klager is verbaal agressief en scheldt verpleegkundigen uit als er een verkeerd nummer wordt gedraaid bijvoorbeeld.
Verweerder vertelt dat de insluiting op 30 december 2022 in de avond is gedaan omdat op camerabeeld zichtbaar was dat het brandalarm afging direct nadat klager het toilet verliet. Er is gepoogd om de samenwerking te behouden en separatie te voorkomen. Klager is enkele malen naar zijn kamer gebracht maar werd in de avond weer eisend en dreigend waardoor hij opnieuw in de separeer is geplaatst. De dagen erna was klager hoog in de agitatie aldus verweerder. Hij hield zich niet aan afspraken en het was niet mogelijk contact met hem te maken. Klager is enkele malen gezien door de dienstdoende psychiater en getracht is om hem te desepareren. Verweerder benoemt dat de behandeling zowel gericht is op het verminderen van de manie als op afname van het dreigend gedrag.
Op een vraag van de commissie antwoordt klager dat hij niet weet waarom hij is opgenomen. Hij wil onmiddellijk met ontslag. Het coke gebruik is ook niet bewezen vult hij aan. Klager herkent het beeld van de schizoaffectieve stoornis niet waarbij hij overmatig druk zou zijn. ‘Iedereen is toch weleens druk in zijn hoofd’ aldus klager.
In de slotronde vermeldt verweerder dat klager wel degelijk positief getest is op middelengebruik bij de urinecontroles.
BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE
Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie
Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de uitvoering van de verplichte zorg en is gericht tegen de verplichte medicatie zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en is ontvankelijk.
Gronden en overwegingen
Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.
Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:
- zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
- met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
- voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.
Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.
Klager is een [leeftijd] man, bekend met schizoaffectieve stoornis met manisch psychotische ontregelingen en middelengebruik. Klager heeft een langdurige, complexe en met veel agressie incidenten gepaard gaande voorgeschiedenis, met herhaalde dwangopnames naar een verhoogd beveiligingsniveau [instelling/afdeling]. Klager klaagt over zijn medicatie, hij wil geen depot met olanzapine in verband met de bijwerkingen. Hij heeft hoofdpijnen en hoest bloed op. Klager vraagt schorsing van verplichte medicatie. Klager klaagt verder over zijn separatie van 30 december 2022 tot 2 januari 2023. Ook klaagt hij over de beperking van zijn vrijheden door inname van zijn telefoon en laptop. Hij had graag contact gehad in verband met oud en nieuw, hij kon geen nieuwjaarswensen sturen via zijn telefoon aan zijn contacten. Bij de schriftelijke aanzegging op 8 juli 2022 zijn er geen termijnen aangegeven voor de verplichte zorg.
Verweerder geeft aan dat de medicatie noodzakelijk is om klager te stabiliseren.
Klager werd in januari 2022 opgenomen op de [naam] na agressie-incidenten richting behandelaren bij [naam]. Bij opname was er sprake van een manisch psychotisch toestandsbeeld. In mei 2022 werd de optimale dosering olanzapine bereikt, in depotvorm en zonder dat klager bijwerkingen heeft gemeld. Op 8 juli 2022 is verplicht zorg aangezegd betreffende verplichte medicatie, insluiting en beperking vrijheden. In november 2022 heeft klager zich onttrokken aan zijn vrijheden en cocaïne en alcohol gebruikt. Naar aanleiding van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag, provoceren, slaan van andere patiënt en stelen van een geldkistje, zijn de vrijheden beperkt en insluiting noodzakelijk.
De commissie volgt verweerder in de keuze voor het behandelen met depot antipsychotica om het gedrag van klager te stabiliseren en het ernstig nadeel te beperken. De schorsing is toegekend tot aan de hoorzitting. Het laatste depot is gegeven op 28 december 2022 en wordt om de vier weken toegediend. Behandeling zonder medicatie is, gezien het gedrag en toestandsbeeld van klager, geen optie. Klager heeft geen bijwerkingen aangegeven vanaf januari 2022 en daar is, blijkens het dossier, door behandelaren wel naar gevraagd. Nadat klager fysieke klachten heeft aangegeven is hij onderzocht in [naam] ziekenhuis alwaar geen bijzonderheden uit voortkwamen.
Ook het innemen van de communicatiemiddelen is adequaat, gezien het gedrag van klager. Om het ernstig nadeel te beperken is ook de separatie noodzakelijk gebleken.
De ingezette verplichte zorg door verweerder is doelmatig, proportioneel en veilig. Er zijn géén andere minder ingrijpende maatregelen mogelijk om hetzelfde doel te bereiken.
Daarom worden alle klachten ongegrond verklaard.
Uitspraak
De klachtencommissie verklaart de klachten ongegrond.
Beroep
Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.
Aldus besloten te 10 januari 2023
namens de Wvggz klachtencommissie,
i/o
[Voorzitter]
Voorzitter Wvggz Klachtencommissie
Aantal bladzijden: 5