KC21-032
Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid
Inzake | : [klaagster] |
Klachtnummer | : KC21-032 |
Instelling | : Pro Persona |
Datum ontvangst klacht | : 7 oktober 2021 |
Schorsingsverzoek | : n.v.t. |
Hoorzitting | : 14 oktober 2021 (digitale conferentie Starleaf) |
Datum uitspraak | : 18 oktober 2021 |
Aanwezig bij de hoorzitting
[klaagster] (klaagster)
[advocaat] (advocaat)
[toehorend advocaat] (advocaat)
[verweerder] (verweerder)
[behandelaar] (AIOS)
[voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)
[lid 1] (psychiater) `
[lid 2] (lid)
[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)
Juridische status
Zorgmachtiging
Klacht
- Dwangmedicatie
- Opname in de kliniek
- Beperking vrijheden
Procesverloop
De klachtencommissie heeft op 7 oktober 2021 een klacht ontvangen inzake medicatie, insluiting en beperking vrijheden als onderdeel van de verplichte zorg. Op 8 oktober 2021 zijn partijen geïnformeerd over de het schorsingsbesluit en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 12 oktober per mail naar betrokkenen gezonden.
De hoorzitting heeft plaatsgevonden op 14 oktober 2021 middels videoconferentie. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. De mentor van klaagster heeft laten weten niet in de gelegenheid te zijn om de hoorzitting bij te wonen.
Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie betrokkenen uiterlijk op 21 oktober 2021 schriftelijk zal informeren over haar uitspraak.
De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:
– Ingediende klacht;
– Aanvullende gronden;
– Verweerschrift;
– Zorgmachtiging 3-8-2020 en 1-2-2021;
– Behandelplannen en evaluaties;
– Mededeling voorbereiding ZM d.d. 24-6-2020 en 30-12-2020;
– Plan van aanpak;
– Zorgplan d.d. 2-7-2020 en 22-12-2020;
– Zorgkaart d.d. 2-7-2020;
– Bevindingen GD d.d. 2-7-2020, 7-1-2021 en 11-1-2021;
– Medische verklaring d.d. 7-1-2021, 11-1-2021 en 2-7-2021;
– Pr 22: Beslissing verlenen VZ d.d. 2-1-2021;
– Pr 23: Informatiebrief VZ d.d. 3-2-2021;
– Informatiebrief over CM of ZM d.d. 4-8-2021 en 2-12-2021;
– OM: aanwijzing GD en levering gegevens d.d. 24-6-2020 en 24-12-2020;
– OM: historisch overzicht machtigingen;
– OM: Indienen verzoekschrift ZM d.d. 12-1-2021;
– OM: Beslissing indienen verzoekschrift ZM d.d. 24-8-2020;
– Decursus periode 6-1-2021 t/m 8-10-2021;
– Rapportage VPK periode 6-2-2021 t/m 8-10-2021.
Termijn
Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte medicatie als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 21 oktober 2021.
Standpunten van partijen ter zitting
Klaagster voelt zich een gevangene. Ze wil af van de medicatie en graag zelfstandig wonen. De opname en behandeling duren al jaren. Klaagster is van mening dat ze niet adequaat behandeld wordt voor haar NAH.
Haar advocaat benoemt blij te zijn met het gehonoreerde schorsingsverzoek maar vraagt om een goede en langdurige oplossing in dit geschil. De hele behandeling voldoet niet aan de eisen van de wet. Op basis van de zorgmachtiging blijft de situatie gehandhaafd maar het is niet doelmatig en niet proportioneel aldus de advocaat. Er is geen verbetering te constateren in het toestandsbeeld van klaagster. Zij leidt al jaren een leven als een zombie. Dit is niet wenselijk. De instelling geeft aan dat er gekeken wordt naar andere opties. Maar welke? Een geboden alternatief bleek niet aan de veiligheidsvoorschriften te voldoen qua brandveiligheid.
Klaagster neemt de medicatie nu vrijwillig in aldus de verweerder, maar hoe vrijwillig is dit, vraagt de advocaat zich af, nu er zo nodig geweld wordt toegepast als klaagster de medicatie niet inneemt.
Uit de aangeleverde stukken wordt duidelijk dat verweerder van mening is dat de behandeling effectief is maar klaagster is het hier niet mee eens. Zij krijgt anti psychotica toegediend die haar volledig verdoofd. Dan is er toch geen sprake van stabilisatie of verbetering aldus de advocaat? Zij is van mening dat deze toestand niet langer acceptabel is.
De verweerder licht toe dat hij werkzaam is bij de crisisdienst en vervangend bij de kliniek. Om die reden kent hij klaagster nog niet zo lang. Hij ervaart haar toestand als stabiel. Er is geen sprake van toepassing van verplichte zorg de laatste tijd. Vrijheden in de weekenden gaan goed. Klaagster wordt momenteel behandeld met Abilify depot met een lichte dosis Cisordinol. Onderzocht wordt of toediening van een depot Abilify afdoende is. Tegelijkertijd wordt gezocht naar een geschikte woonplek met 24 uurs zorg. Dit is een voorwaarde voor de nieuwe woonomgeving aldus verweerder. Als het minder goed gaat met klaagster bestaat er grote kans op verwaarlozing en desorganisatie met risico op psychoses. Daar moet snel op ingegrepen kunnen worden. Er was een optie bij [instelling] in beeld maar die bleek helaas toch niet veilig genoeg voor klaagster. Heel vervelend aldus verweerder. De laatste 6 maanden verblijft klaagster op de [afdeling]. Dit is echter geen passende omgeving voor haar. Daarom wordt ze overgeplaatst naar [locatie] in afwachting van een passende woonsituatie. Hierbij is o.a. [instelling] in beeld.
Verweerder benoemt dat de mentor en de moeder van klaagster akkoord zijn met deze situatie en een vervolgplek met 24 uurs zorg. Terugval moet voorkomen worden aldus verweerder, evenals een te zware mantelzorg belasting voor de vader van klaagster.
De advocaat benoemt dat klaagster al eerder op [afdeling] heeft verbleven. Daar is de diagnose uitbehandeld afgegeven. Ze vindt het onbegrijpelijk dat klaagster uitgerekend daar weer naar terug moet.
Vader is van mening dat het heel goed ging met zijn dochter in de periodes dat ze zelfstandig woonde. Ze werd echter psychotisch van de wekelijkse anti psychotica injectie. Dan kreeg ze wanen. ‘Er wordt nu gezegd dat ze niet zelfstandig kan wonen omdat ze dan verloedert. Ze heeft echter nooit goede hulp gehad’ aldus vader. Er is geen psychiater geweest die haar geholpen heeft. Er was geen behandelplan. Jeugdzorg heeft haar in de gevangenis gestopt en sindsdien zit ze in de psychiatrie aldus vader. Ze is nooit door een psychiater gezien zonder medicatie. Hij vertelt dat hij zijn dochter op enig moment ontvoerd heeft bij Pro Persona. Hij heeft toen met haar een periode in het buitenland verbleven. Zonder medicatie. Dat ging perfect aldus vader. Toen ze terug waren en de medicatie weer opgestart werd ging het mis en kreeg ze weer waanbeelden.
Klaagster geeft aan dat haar moeder nooit betrokken is geweest bij haar behandeling en nooit voor haar heeft willen zorgen. Klaagster wil daarom niet dat haar mening meegewogen wordt.
De voorzitter geeft aan dat de klacht tegen de zorgmachtiging niet ontvankelijk is en daarom buiten behandeling blijft.
Op vragen van de commissie antwoordt klaagster dat ze 60 kilo is aangekomen van de medicatie. Ze wil een contra expertise door een onafhankelijke psychiater in een situatie waarin ze geen medicijnen gebruikt. Ze wil zelfstandig wonen en heeft daarbij slechts thuiszorg en begeleiding nodig. Klaagster gaat niet akkoord met een woonsituatie waarin 24 uurs zorg wordt geboden. Door Pro Persona is een second opinion georganiseerd. Deze zal op korte termijn plaatsvinden. Klaagster geeft aan dat er niet geluisterd is naar de wens van haar voor de keuze van een psychiater.
Klaagster is van mening dat ze verslaafd is aan de medicijnen. Ze heeft geen idee hoe ze zich gedraagt zonder medicatie maar verwacht dat het een groot verschil zal zijn met de huidige situatie. Dat wil ze graag ervaren. Tot nu toe neemt ze de geboden medicatie op vrijwillige basis in omdat ze bang is voor de ontwenningsverschijnselen.
De commissie constateert dat uit de stukken duidelijk wordt dat klaagster behoefte zou hebben aan nachtcontrole. Ter zitting ontkent klaagster dit. Ze heeft haar vader en zus in de buurt en kan ze ’s nachts bellen als dit nodig zou zijn.
Ten aanzien van de klacht over opname in de kliniek en beperking bewegingsvrijheid geeft klaagster aan dat ze het gevoel heeft ontvoerd te zijn. Haar advocaat vult aan dat klaagster heel helder is, goed kan formuleren en haar mening kenbaar maken. Ze kan in redelijkheid haar belangen goed verwoorden. ‘Ik zie dus ook geen bezwaren als klaagster buiten de instelling zou wonen’, aldus haar advocaat.
Verweerder kijkt daar anders naar. Klaagster heeft meerdere keren zelfstandig gewoond met ambulante woonbegeleiding en zonder medicatie. Dit is niet gelukt. Bij teveel stress wordt klaagster psychotisch en soms agressief. Diverse mensen geven aan dat klaagster door de medicatie nu redelijk stabiel functioneert aldus verweerder. Het heeft lang geduurd om klaagster te krijgen waar ze nu is. We gaan ons nog inzetten om de medicatie zoveel mogelijk af te bouwen vult verweerder aan.
Klaagster erkent dat zij gevoelig is voor psychoses. Ze is bijvoorbeeld psychotisch geworden door Momo girl en suïcide challenges op YouTube. Ook heeft ze een psychose gehad na een bezoek aan Dachau. Ze geeft ter zitting aan dat het met goede medicatie meestal 2 weken duurt om de psychose stabiliseren. ‘Het is niet zo dat ik continu psychotisch ben’, aldus klaagster. ‘Ik heb ook geen zelfmoordpoging gedaan’.
BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE
Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie
Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten die zien op de uitvoering van de verplichte zorg en gericht zijn tegen de verplichte medicatie, opname in de accommodatie en beperking van de bewegingsvrijheid zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz zijn ontvankelijk.
De klacht gericht tegen de (voorbereiding op de) zorgmachtiging vormt geen onderdeel van artikel 10.3 Wvggz en is daarmee niet-ontvankelijk. Deze klacht wordt inhoudelijk niet behandeld.
Gronden en overwegingen
Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.
Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:
- zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
- met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
- voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.
Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.
Klaagster is een 32 jarige vrouw, bekend met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) sinds haar 11e levensjaar met daardoor gedragsproblemen en psychotische decompensatie. Klaagster is in maart 2021 opnieuw opgenomen bij Pro Persona op de [afdeling]. Klaagster wil graag op zichzelf wonen. Klaagster klaagt over haar zorgmachtiging, verplichte medicatie, opname in de accommodatie en beperking van haar bewegingsvrijheid. Zij ervaart veel bijwerkingen van haar medicatie, voelt zich een zombie en is in gewicht aangekomen. Via haar advocaat dient zij haar klachten, met schorsingsverzoek, in op 7 oktober 2021. Eveneens vraagt klaagster een schadevergoeding. Op 8 oktober 2021 wordt haar schorsingsverzoek door de commissie gehonoreerd. Op 11 oktober 2021 volgen aanvullende gronden, klaagster wil niet abrupt stoppen met haar medicatie maar wil afkicken onder medische begeleiding. Klaagster voelt zich vast zitten en ontvoerd.
Verweerder geeft aan dat klaagster langdurig in behandeling is en acht het medisch noodzakelijk klaagster te behandelen met medicatie en opname om ernstig nadeel te voorkomen. Het ernstig nadeel bestaat, blijkt uit het medisch dossier, uit maatschappelijke teloorgang, agressie naar zichzelf (automutilatie met scheermes) en agressie naar anderen toe. In de hoorzitting geeft klaagster aan dat zij last heeft van psychoses. Uit het medisch dossier blijkt dat verweerder in gesprek is met klaagster over overplaatsing. Verweerder heeft gekeken naar alternatieven in medicatie, zoals een interval van het depot. Verder heeft verweerder aangegeven dat terug naar zelfstandigheid reeds is geprobeerd, maar niet is gelukt. Uit het dossier blijkt dat klaagster tijdens het zelfstandig wonen zichzelf verwaarloosde. De commissie constateert dat de verplichte zorg voldoet aan de proportionaliteit, doelmatigheid, subsidiariteit en veiligheid die de Wvggz vereist.
De commissie ziet de medische noodzaak van de verplichte medicatie om de ernstige nadelen voor klaagster te beperken. Dit maakt dat de klachten ongegrond zijn.
De zorgmachtiging van klaagster is geldig tot 1 februari 2022. De aanzegging verplichte zorg met medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in de accommodatie is mondeling besproken en schriftelijk uitgereikt aan klaagster op 1 februari 2021. De evaluatie van de verplichte zorg is consequent uitgevoerd en separaat beschreven.
Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld.
Schorsing
De commissie heeft de schorsing toegekend tot aan de hoorzitting en heft deze schorsing op de dag van de hoorzitting op.
Uitspraak
De klachtencommissie verklaart de klachten gericht tegen de verplichte medicatie, opname in de accommodatie en beperking van de bewegingsvrijheid ongegrond.
Uitspraak
De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de (voorbereiding op) de zorgmachtiging niet-ontvankelijk.
Schadevergoeding
Nu de klachten gericht tegen de verplichte medicatie, opname in de accommodatie en beperking van de bewegingsvrijheid ongegrond zijn verklaard, en de klacht gericht tegen de (voorbereiding op) zorgmachtiging niet-ontvankelijk, komt de commissie niet toe aan de beoordeling van het verzoek om schadevergoeding.
Beroep
Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.
Aldus besloten te Wolfheze, 18 oktober 2021
namens de Wvggz klachtencommissie,
i/o
[voorzitter]
Voorzitter Wvggz Klachtencommissie
Aantal bladzijden: 6