BC 20-020 19 mei 2020
Uitspraak Wvggz klachtencommissie
Inzake | : [klager] |
Instelling | : Pro Persona |
Klachtnummer | : BC20-020 |
Datum ontvangst klacht | : 16 april 2020 |
Schorsingsverzoek | : n.v.t. |
Uitnodiging hoorzitting | : 22 en 28 april 2020 (digitale conferentie Starleaf) |
Datum beschikking | : 1 mei 2020 |
Uitgenodigd voor hoorzitting (via videoconferentie)
[Klager] (klager)
[PVP] (PVP)
[verweerster 1] (verweerster/verpleegkundig specialist)
[verweerster 2] (verweerster/wnd. psychiater)
[voorzitter] (jurist, voorzitter Wvggz klachtencommissie)
[lid 1] (psychiater)
[lid 2] (lid)
[ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)
Bevoegdheid
De klacht die ter beslissing aan de commissie voorligt heeft betrekking op een jegens klager genomen besluit door in het ziekenhuis werkzame personen in de zin van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en vallen als zodanig binnen de competentie van de commissie.
Juridische status
Zorgmachtiging
Klacht
- De verplichte zorg met dwangmedicatie, aangezegd op 10 april, is niet voorzien in de zorgmachtiging;
- De dwangmedicatie, klager is van mening dat hij geen ernstig nadeel veroorzaakt
- Verplichte zorg staat niet in verhouding tot de zorgbehoefte, hij is gesepareerd en vindt dit niet in verhouding
Procesverloop
Op 10 april 2020 heeft verweerder ter uitvoering van de verplichte zorg een besluit tot verlening van verplichte zorg met dwangmedicatie genomen.
Op 16 april 2020 heeft klager een klacht ingediend tegen de dwangmedicatie.
Op 21 april 2020 heeft klager aanvullende klachten ingediend.
Op 22 april 2020 zou een digitale hoorzitting plaatsvinden, waarvoor klager, PVP en verweerders zijn uitgenodigd. Deze hoorzitting kon geen doorgang vinden in verband met het toestandsbeeld van klager. Klager is opgenomen in de EBK (Extra beveiligde kamer) in verband met zijn gedrag.
Op 28 april 2020 is een hernieuwde digitale hoorzitting gepland, deze heeft ook geen doorgang gevonden in verband met het toestandsbeeld van klager. Onderzocht is of klager in staat zou zijn om telefonisch aan de hoorzitting deel te kunnen nemen, dat is eveneens niet mogelijk gebleken. In verband met de Corona maatregelen is het niet mogelijk om fysiek de hoorzitting te laten plaatsvinden in de EBK.
Feiten
Klager, geboren in 1973, is sinds 1992 in behandeling bij verschillende hulpverlenende zorgorganisaties. Klager lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizoaffectieve stoornis en een stoornis in gebruik van middelen. Hij is opgenomen bij Pro Persona op [locatie], op basis van een zorgmachtiging. De zorgmachtiging is mondeling afgegeven op 19 maart 2020 en schriftelijk uitgewerkt op 27 maart 2020. In het verleden is klager meermaals met een dwangmaatregel opgenomen, voorheen met een Rechterlijke Machtiging (RM) geldig tot en met 27 maart 2020.
Uit de zorgmachtiging blijkt dat de vormen van zorg bestaan uit: beperken bewegingsvrijheid, insluiten, uitoefenen toezicht op betrokkene, onderzoek aan kleding en/of lichaam, onderzoek woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen, controle op aanwezigheid gedragsbeïnvloedende middelen, opnemen in accommodatie en het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van somatische aandoening.
Klager gedraagt zich provocerend door verbale agressie en treiteren. Dit geeft een groot escalatierisico. Klager is van mening, dat hij noch voor zichzelf, noch voor anderen ernstig nadeel veroorzaakt. Klager is van mening dat de verplichte zorg niet in verhouding staat tot de zorg die klager nodig denkt te hebben. Hij meent dat minder vergaande zorg mogelijk moet zijn.
Op 9 april 2020 is klager op het spoor gaan liggen, heeft persoon geslagen (station [locatie], politiemelding) De behandeling gaat moeizaam, samenwerking is stroef. Klager gedraagt zich provocerend door verbale agressie en treiteren. Dit geeft een groot escalatierisico, regelmatig is er angst voor fysieke agressie.
Klager is het niet eens met het voorschrijven van de verplichte zorg met Zyprexa 10 mg als dwangmedicatie. Klager dient hierover een klacht in op 16 april 2020.
Op woensdag 22 april 2020 is er een digitale hoorzitting gepland via het systeem Starleaf. In verband met het toestandsbeeld van klager is het niet mogelijk gebleken om de hoorzitting doorgang te laten vinden. Er is daarop een nieuwe digitale hoorzitting gepland op dinsdag 28 april 2020. Op diezelfde dag heeft de hoorzitting geen doorgang gevonden in verband met het toestandsbeeld van klager. Hij is opgenomen in een beveiligde omgeving. Hij is niet in staat om deel te nemen aan de hoorzitting, ook niet telefonisch.
Klacht en verweer
Klager heeft een aanzegging tot uitvoering van verplichte zorg ontvangen van [verweerster 1] op vrijdag 10 april. De verplichte zorg betreft Zyprexa 10 mg.
Deze verplichte zorg is niet voorzien in de zorgmachtiging (art. 8:11, 8:12 en 8:13). Klager is het niet eens met deze verplichte zorg. Klager is van mening, dat hij noch voor zichzelf, noch voor anderen ernstig nadeel veroorzaakt.
Klager is ook van mening, dat de verplichte zorg niet in verhouding staat tot de zorg die klager nodig denkt te hebben. Hij is op het moment van indiening van deze klacht ook al enige tijd gesepareerd.
Klager meent, dat minder vergaande zorg mogelijk moet zijn. Klager is van mening, dat de verplichte zorg zijn doel voorbij schiet.
Deze verplichte zorg is niet voorzien in de zorgmachtiging Klager is het niet eens met deze verplichte zorg.
Beschikking zorgmachtiging 19 maart (ontvangen op 10 April 20)
2.6 Verplichte zorg voor:
Beperken bewegingsvrijheid
Controleren op middelen
Insluiten
Opname
Toedienen van medicatie
Klager is van mening, dat hij noch voor zichzelf, noch voor anderen ernstig nadeel veroorzaakt.
– Onder invloed van het huidige beeld (onderbehandelde maniforme episode bij een SA-stoornis):
– Klager is niet in staat tot samenwerking aan plan voor vervolg in zijn behandeling (nadeel: maatschappelijke teloorgang op een klinische afdeling)
– Provocerend gedrag waarmee bestande uit verbale agressie en andere mensen treiteren waar mee hij agressieve reactie van anderen oproept. Groot escalatie risico, regelmatig is er angst voor fysieke agressie. Hij heeft een ernstig geweldsincident veroorzaakt bij een vergelijkbaar klinisch toestandsbeeld in januari 2018 waarvan aangifte en reclassseringstraject.
Toevoeging April 20:
9 April 2020: incident op station [locatie]: klager is op het spoor gaan liggen en heeft een persoon geslagen (politie melding). Klager is door de politie teruggebracht naar de afdeling.
10 April: klager wordt kortdurend in de EBK geplaatst om afspraken mee te maken over zijn verblijf op de gesloten groep. Op 10 April verlaat hij de EBK. Echter in de avond gedraagt hij zich provocerend, komt te dicht bij mensen onder toestandsbeeld. Herstelt zich niet na waarschuwingen. Wordt dan opnieuw in de EBK geplaatst.
10 – 16 April: verblijf EBK. Vanaf 14 April verbetering toestandsbeeld, start mobilisatie. Vanaf 16 April weer op de groep.
Klager is ook van mening, dat de verplichte zorg niet in verhouding staat tot de zorg die klager nodig denkt te hebben.
Beide genoemde problemen, zowel de teloorgang als de continue provocaties (zijn agressieve taalgebruik en zijn passief agressieve wijze van communiceren) zijn niet in samenwerking met klager op te lossen doordat een gesprek hierover voeren niet mogelijk is.
Klager meent, dat minder vergaande zorg mogelijk moet zijn.
Sinds ik behandelaar ben van klager (oktober 2018) zoek ik het gesprek met hem over vervolgstappen in zijn behandeling: terug naar het RIBW waar hij kort geweest is in 2017.
De contacten met klager verliepen aanvankelijk in een goede sfeer waarbij we spraken over het realiseren van zijn wensen om terug te keren naar de samenleving. Hij had het idee om te verhuizen naar het RIBW in [Elst] en was bereid om de voorwaarden van het RIBW (oa adequate medicatie) te gaan overwegen. Onder invloed van ontregeling van zijn toestandsbeeld is werkrelatie met zijn behandelaren onder druk komen te staan. Om dit tij te keren en verdere risico’s te couperen is adequate medicamenteuze behandeling noodzakelijk.
Klager is van mening, dat de verplichte zorg zijn doel voorbij schiet.
Het doel van de medicatie is:
– Verdere uitbreiding verbale agressie en concrete risico op fysieke agressie voorkomen.
– Terug naar de oorspronkelijke samenwerking: met patiënt werken aan een plan voor terugkeer naar de maatschappij.
Ten aanzien van aanvullende klachten (d.d. 20-4-2020)
Dreigen met dwangmedicatie en vervolgens me 7 weken laten wachten (nieuwe klacht)
Op 7 feb. 20 heeft klager een gesprek gehad met psychiater [psychiater] en og. Daarin is tegen hem gezegd dat wij dwangbehandeling overwogen en zouden gaan aanvragen. Vervolgens heeft og. hem elke week gesproken en hem op de hoogte gehouden van de gang van zaken.
Geen goede informatievoorziening (nieuwe klacht).
Op 7 feb. 20 heeft klager een gesprek gehad met psychiater [psychiater] en og. Daarin is tegen hem gezegd dat wij dwangbehandeling overwogen en zouden gaan aanvragen. Vervolgens heeft og. hem elke week gesproken en hem op de hoogte gehouden van de gang van zaken.
Niet reageren op vragen via mail en alles uitstellen, zo van we komen er later op terug (nieuwe klacht/Wkkgz).
Klager stuurt inderdaad af en toe mails aan og. in gesprek met hem wijs ik hem er altijd op dat de inhoud van zijn mail in onze wekelijkse gesprekken aan de orde kan komen.
Ontvreemding van persoonlijke eigendommen (nieuwe klacht/Wkkgz).
Dit is een feit waar og niet mee bekend is.
Tegen mij zeggen dat ik weerbaarder moet worden en vervolgens ook zeggen dat ik me moet aanpassen (nieuwe klacht/Wkkgz).
In het gesprek van 7 feb. 20 hebben wij met hem besproken dat medicatie hem voldoende weerbaar zou maken om weer in de maatschappij te kunnen wonen.
In alle gesprekken komt het gedrag van klager aan de orde waarbij hij zich provocerend/ grensoverschrijdend en diskwalificerend gedraagt ten opzichte mede patiënten en medewerkers.
Topdown behandeling zonder enige vorm van empowerment (nieuwe klacht/Wkkgz).
Og. is vanaf september 2018 met klager in gesprek over zijn toekomst, terug naar een beschermde plek in de maatschappij.
Tegen mij zeggen dat ik suboptimaal word behandeld en me tegelijkertijd in de schoenen schuiven waarom ik sinds 2011 er zolang overdoe om behandeld te worden (nieuwe klacht /Wkkgz)
Dwangbehandeling is gestopt in oktober 2018 omdat er toen geen gevaarscriterium meer was (toestandsbeeld was toen depressief) Vanaf dat moment is constant met klager gesproken over starten van adequate medicatie. Hij werkte daar soms kortdurend aan mee, maar staakte de adequate dosis daarop altijd weer snel. Waardoor hij vanaf oktober 2018 suboptimaal behandeld is.
Dreigen dat ik alleen met een injectie hier vandaan kom, en vervolgens me met pillen behandelen, terwijl mijn vragen niet beantwoord worden (dwangmedicatie/Wvggz).
Og heeft getracht om hem te motiveren voor een vrijwillig depot, omdat
1/ dat een constante spiegel geef (dus goede terugvalpreventie)
2/ dat zekerheid geeft over zijn compliance voor de zorgpartijen die hem zullen gaan begeleiden in het BZW
Geen recht om mijn eigen dossier in bezit te hebben (nieuwe klacht/Wvggz).
Klager kan gebruik maken van zijn inzage recht als hij daarom verzoekt
Behoorlijke fouten die gemaakt worden en over bepaalde zaken worden leugens verkondigd (nieuwe klacht/Wvggz).
Niet specifieke klacht
Onverschilligheid (nieuwe klacht/Wkkgz).
Neutrale reactie bij provocatie kan opgevat worden als onverschillig?
Me separeren zonder zich aftevragen hoe ik de eerste vier dagen zonder enige vorm van regie ben doorgekomen (meenemen bij Wvggz klacht).
Klager heeft de normale begeleiding en programma’s gehad die gelden bij EBK opname.
Afspraken die niet nagekomen worden (nieuwe klacht/Wkkgz).
Niet specifieke klacht
Dingen uit zijn verband trekken omdat het zo in het dossier staat, terwijl mijn mening niet belangrijk is of wordt ontkend (nieuwe klacht/Wkkgz).
Niet specifieke klacht
Vreemde manier van rechtsgang, misleiding en tijdens de zitting van zowel de (r)zm als klachtencommissie, informatie achterhouden (nieuwe klacht/Wkkgz).
Geen commentaar
Bevindingen van de commissie
Bovenstaande informatie is schriftelijk tot de klachtencommissie gekomen. De pogingen om een hoorzitting te laten plaatsvinden zijn niet geslaagd in verband met het toestandsbeeld van klager.
De buitengewone situatie van de Corona maatregelen, waardoor het niet mogelijk is om fysieke hoorzitting te houden op locatie én de onmogelijkheid van klager om deel te nemen aan de digitale hoorzitting die tweemaal is georganiseerd én de fysieke onmogelijkheid van klager om telefonisch deel te nemen maakt het voor de commissie onmogelijk, door het ontbreken van hoor- en wederhoor, tot een uitspraak te kunnen komen.
Overigens is de commissie van mening dat het motiveren van een onderbouwing van de keuze en de toedieningsvorm van de voorgeschreven medicatie accurater had kunnen geschieden in de vorm van een schriftelijke motivatie in het medisch dossier en verslaglegging of klager de gegeven informatie goed heeft begrepen (gebaseerd op artikel 8:9 lid 2, te weten ‘De zorgverantwoordelijke stelt een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg op grond van de crisismaatregel, machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging op schrift en voorziet de beslissing van een schriftelijke motivering´). Het lijkt erop dat dit nu ontbreekt. Deze opmerking plaatst de commissie in het licht van het feit dat de commissie niet zelfstandig het totale medisch dossier heeft kunnen bestuderen, echter separate documenten toegestuurd heeft gekregen.
Uitspraak
geen
Beroep
Tegen deze beslissing staat beroep open bij de rechtbank tot zes weken na bekendmaking.
Aldus besloten te Wolfheze, 1 mei 2020
namens de Wvggz klachtencommissie,
i/o
[voorzitter]
Voorzitter Wvggz Klachtencommissie
Aantal bladzijden: 6