KC23-043 21 november 2023
Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid
Inzake | : [klager] |
Instelling | : Pro Persona |
Klachtnummer | : KC23-043 |
Datum ontvangst | : 08 nvember 2023 |
Schorsingsverzoek | : Gehonoreerd |
Datum hoorzitting | : 15 november 2023 |
Datum beschikking | : 20 november 2023 |
Aanwezig bij de hoorzitting
[XX] (klager)
[XX] (PVP)
[XX] (vriend klager)
[XX] (vriend klager)
[XX] (verweerder/psychiater)
[XX] (Aios)
[XX] (verpleegkundige)
[XX] (voorzitter/jurist)
[XX] (psychiater)
[XX] (algemeen lid)
[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)
Ingediende klacht
Klager is het niet eens met de aangezegde depotmedicatie.
Bevoegdheid klachtencommissie
Klager heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klacht te doen.
Procesverloop
De klachtencommissie heeft op 08 november 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg. Diezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting.
De klachtencommissie heeft op 10 en 13 november 2023 het verweer ontvangen en dezelfde dag doorgestuurd naar partijen.
De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 15 november 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting deelt de voorzitter mede dat het schriftelijk besluit van de commissie over deze klacht nog dezelfde dag naar partijen wordt gezonden. De gemotiveerde uitspraak volgt uiterlijk 22 november 2023.
De klachtencommissie heeft met toestemming van klager inzage gehad in de volgende stukken:
– Ingediende klacht;
– Verweerschrift;
– OM verzoekschrift voorbereiding zorgmachtiging, d.d. 11-08-2023;
– Mededeling voorbereiding zorgmachtiging, d.d. 14-08-2023;
– Beslissing verlenen verplichte zorg (art 8:12), d.d. 09-08-2023;
– Aanvraag wijziging zorgmachtiging, d.d. 10-08-2023;
– Informatiebrief client inzake tijdelijke verplichte zorg, d.d. 10-08-2023;
– Medische verklaring, d.d. 29-08-2023;
– Beslissing verlenen verplichte zorg, d.d. 01-11-2023;
– Behandelplan, d.d. 29-08-2023 en een behandelplan z.d.;
– Zorgkaart, d.d. 06-09-2023;
– Overzicht medicatie;
– Bevindingen GD, d.d. 07-09-2023;
– Beschikking zorgmachtiging, d.d. 06-10-2023;
– Informatiebrief afgifte zorgmachtiging, d.d. 09-11-2023;
– Decursus 01-08-2023 t/m 10-11-2023.
Feiten
Klager is een [leeftijd] man bekend met een schizofreniestoornis.
De klachtencommissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch
onderzoek gebaseerde diagnose.
In de periode waarop de klacht betrekking heeft ontving klager verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging ingaande op 06 oktober 2023 en eindigend op 06 oktober 2024. Medicatie is onderdeel van de toegestane verplichte zorg.
Verslag van de hoorzitting
De voorzitter opent de vergadering en alle partijen stellen zich voor.
Standpunt van klager
Klager is van mening dat er geen sprake is van een psychose. Klager wil geen open hartoperatie vanwege eerdere traumatische ervaringen met hartoperaties en omdat hij geen vertrouwen heeft in de cardioloog. Hij acht zichzelf wilsbekwaam om deze beslissing te nemen.
Klager gebruikt al meer dan 25 jaar antipsychotica maar dit heeft nog nooit een positief effect gehad. Hij is al die jaren aan bed gekluisterd aldus klager. Voor die tijd was klager reislustig, nu voelt hij zich een kasplantje. Hij wil naast de pillen geen andere medicatie. Daarvoor traint hij 24 uur per dag, aldus klager. Als anderen slapen dan traint hij. Klager vult aan dat hij zich altijd erg ongelukkig heeft gevoeld in Nederland en graag naar het buitenland wil. Klager heeft zijn eigen kijk op zijn lichaam vertelt hij. Als je goed voor je lichaam zorgt dan herstelt het zichzelf. Hij is spiritueel, danst en gelooft in de kracht van kruiden en van het lichaam. Behandelaren kunnen alleen chemisch denken vindt klager. Als iemand kucht moet er al een pil in. Klager ziet behandelaren als criminelen.
PVP vult aan dat klager al lang hartpatiënt is. Zij bestrijdt het feit dat klager wilsonbekwaam zou zijn. Zijn keuze is gebaseerd op eerdere ervaringen. Er wordt te snel voorbijgegaan aan de argumenten van klager voor zijn keuze om niet geopereerd te worden aldus PVP. Zij pleit voor gesprekken met klager voor verwerking van eerder opgedane trauma’s, benoemt een moreel beraad als optie evenals het inzetten van een second opinion. Dit is minder ingrijpend dan het toedienen van verplichte antipsychotica. Klager heeft sinds augustus 2023 geen gesprek meer gehad met medewerkers van het Fact-team aldus PVP. Tenslotte benoemt de PVP dat het niet doelmatig is om antipsychotica in te zetten als niet zonder twijfel vaststaat dat klager niet behandeld wil worden vanuit een psychotisch toestandsbeeld.
Standpunt van verweerder
Verweerder A benoemt dat klager het recht heeft om een eigen keuze te maken over de hartoperatie. Het is hierbij echter van belang dat er sprake is van een wilsbekwame beslissing. Verweerders zijn van mening dat klager momenteel niet in staat is om een weloverwogen besluit te nemen. Klager wil door middel van mediteren van zijn lekkende hartkleppen afkomen, aldus verweerder. De hartchirurg heeft aangegeven dat de situatie zeer ernstig is en dat klager nog voor het einde van dit kalenderjaar geopereerd moet worden. Dit betreft een ingrijpende beslissing en verweerder benadrukt dat klager hiervoor vrij moet zijn van een psychotisch toestandsbeeld. Ook de onderzoeksfase voorafgaand aan de operatie is erg intensief en bezwarend voor klager.
Naar aanleiding van de opmerking van de PVP over het contact in de afgelopen periode, geeft verweerder A aan dat klager geen contact wilde met het Fact en niet opendeed als er medewerkers voor de deur stonden. Daarom is er beperkt contact geweest, aldus verweerder.
Er is geprobeerd klager in te stellen op orale medicatie. Klager zegt dat hij de Clozapine inneemt maar de lage bloedspiegel laat medicatie ontrouw zien. Bij opname was de spiegel laag maar tijdens de opname is deze nog verder gedaald, aldus verweerder. Daarom zien zij geen andere mogelijkheid dan klager in te stellen op een depot.
Op een vraag van de commissie over de levensbedreigende situatie antwoordt klager dat hij al 1000 keer in de hemel is geweest. Hij vindt het daar fantastisch, het mooiste dat hij ooit gezien heeft, aldus klager. Hij kijkt er naar uit.
Een van de vrienden benoemt dat hij aanwezig is geweest bij het gesprek met de cardioloog/hartchirurg in september 2023. Het was een kort gesprek van 20 minuten waarin niet aan de orde is geweest dat er op korte termijn een hartoperatie zou moeten plaatsvinden. De risico’s en gevolgen zijn dus ook niet aan de orde geweest. Wel heeft de specialist aangegeven dat het een moeilijk voortraject was. Hij vult aan dat klager zich ervan bewust is dat het een enorme ingreep is en hij heeft inmiddels besloten dat hij wil afzien van die operatie. In september was er nog geen sprake van een definitieve keuze, aldus de heer Van der Kooij.
De commissie stelt dat degene die de behandeling uitvoert, dus in dit geval de hartchirurg, de wilsbekwaamheid van klager moet vaststellen en niet de psychiater. Wel kan om een second opinion gevraagd worden aan een psychiater. De klacht gaat over de verplichte zorg in de vorm van depotmedicatie en niet over wilsbekwaamheid.
De PVP is van mening dat dit met elkaar samenhangt en heeft het daarom ingebracht. Zij onderkent dat de vaststelling van de wilsbekwaamheid bij de cardioloog ligt, maar het in deze situatie zijn kennis overstijgt.
In de tweede ronde benoemen de vrienden van klager dat zij een vrij constante houding van klager zien ten opzichte van de hartoperatie en geen verschil met de situatie voor opname. Een van de vrienden heeft klager 12 jaar geleden bijgestaan bij een eerdere hartoperatie. Klager was toen goed in contact met de cardioloog. Gesprekken over de operatie hebben een goede uitwerking op klager. Het is belangrijk voor klager dat hij in gesprek is met mensen die hij vertrouwt. Dat werkt beter dan een gesprek hierover met behandelaren, aldus [naam vriend].
De voorzitter benadrukt dat deze commissie slechts bevoegd is te oordelen over klachtgronden die onder de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg vallen. In dit geval beperkt zich dat tot de verplichte medicatie.
Verweerder A geeft aan dat hij ziet dat de hartoperatie zeer ingrijpend is. Hij wil klager nergens toe dwingen maar wil dat klager een goede keuze kan maken en dat het psychotisch beeld hem hierbij niet in de weg staat. Verweerder onderschrijft dat er weinig of geen verschil zichtbaar is in het toestandsbeeld voor en na opname omdat de Clozapine spiegel nog te laag is zoals eerder aangegeven.
Op een vraag van de commissie antwoordt verweerder dat klager eerder depotmedicatie heeft gehad in de vorm van Xeplion en hierop goed hersteld is. Klager ontkent dit ter zitting. Verweerder A wil middels een opbouwschema uitkomen op maandelijkse toediening van Xeplion depot.
De commissie constateert dat er een kennelijke verschrijving heeft plaatsgevonden in de 8.9 brief van 01 november 2023 nu er vermeld staat dat de verplichte zorg op 01 oktober 2023 is ingegaan.
In de slotronde komt kort aan de orde dat klager last zou hebben van vocht in zijn benen. De commissie vraagt naar de oorzaak hiervan. Klager licht toe dat dit zou komen door vocht in zijn longen maar dat dit nu aan het verdwijnen is. Hij is weer helemaal in shape, geeft hij aan.
Op de medicatielijst staan ook medicijnen voor het hart. Klager ziet ook niets in die medicijnen vertelt hij ter zitting. Hij heeft geleerd om niemand te vertrouwen, dus ook de cardioloog niet.
*Na de hoorzitting heeft verweerder laten weten dat klager inderdaad niet eerder depotmedicatie heeft ontvangen en dat zijn opmerking hierover dus onjuist was.
BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE
Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie
Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de verplichte medicatie en opname zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.
Gronden en overwegingen
Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.
Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:
- zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
- met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
- voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.
Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.
Klager is een [leeftijd] man. Klager klaagt over de behandeling met verplichte medicatie, in de vorm van een depot antipsychotica. Klager heeft een schorsing aangevraagd en deze is toegekend.
Klager geeft aan dat hij gelooft in de kracht van het lichaam en van kruiden. Medicatie is gif, synthetisch en hij wil dat niet. Dat geldt voor alle medicatie, zowel de antipsychotica als de medicijnen voor het hart.
Verweerder geeft aan dat klager verplicht is opgenomen onder een zorgmachtiging op de gesloten kliniek volwassenen van Pro Persona [locatie en afdeling] voor het behandelen van zijn psychotische toestandsbeeld. Dit psychotische toestandsbeeld zorgt ervoor dat patiënt zijn somatische situatie niet adequaat kan beoordelen. Klager is bekend met een biologische kunst hartklep en heeft momenteel twee lekkende hartkleppen. Uit de bloedspiegel is meermaals gebleken dat klager zijn medicatie niet trouw inneemt. Klager denkt dat het goed met hem gaat omdat hij veel mediteert.
Beoordeling van de commissie:
Vanuit de ingediende documentatie en hetgeen gezegd is ter zitting constateert de commissie dat klager lijdt aan een psychische stoornis. De commissie heeft geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose.
Er is sprake van risico op maatschappelijke teloorgang en risico op lichamelijk letsel voor klager zelf indien geen verbetering in het toestandsbeeld van klager optreedt. Klager moet een keuze maken voor het wel of niet aangaan van een ingrijpende hartoperatie. Zonder deze operatie is er sprake van ernstig levensgevaar. Het huidige toestandsbeeld met psychotische kenmerken zoals achterdocht naar alle behandelaren en medici, geen ziektebesef- en ziekte-inzicht en niet accepteren van noodzakelijke medicatie, de beleving dat klager meermalen in de hemel is geweest en de overtuiging van klager dat zijn lichaam zichzelf herstelt als klager er maar goed voor zorgt, staan een adequate beslissing over deze operatie in de weg.
Ter afwending van dit ernstig nadeel heeft klager zorg nodig. De commissie is verder van oordeel dat de behandelaren in redelijkheid hebben kunnen beslissen dat het ernstig nadeel niet zonder een behandeling met medicatie kan worden afgewend en dat deze vormen van verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief zijn. Het valt niet te verwachten dat een andere, minder ingrijpende, behandeling het ernstige nadeel kan wegnemen. Concluderend is de commissie van oordeel dat met het toedienen van depot medicatie voldaan is aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
Dit maakt dat de klacht jegens de verplichte medicatie (depot) ongegrond verklaard wordt.
Uitspraak
De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de verplichte medicatie ongegrond.
Beroep
Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.
Aldus besloten,
namens de Wvggz klachtencommissie,
i/o
[XX]
Voorzitter Wvggz klachtencommissie
Datum: 20 november 2023
Aantal bladzijden: 6