Zoeken Zoeken
Menu
Dwangmedicatie
Beperking bewegingsvrijheid Opname accommodatie

KC23-028 22 augustus 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klager]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-028
Datum ontvangst klacht : 20 juli 2023
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 27 juli 2023
Datum beschikking : 31 juli 2023

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klager)

[XX] (PVP)

 

[XX] (verweerder A)

[XX] (verweerder B)

 

[XX] (voorzitter/jurist)

[XX] (psychiater)

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Ingediende klacht

  1. Depotmedicatie
  2. Opname accommodatie
  3. Beperking vrijheden

 

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klager heeft klachten ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 Wvggz bevoegd om uitspraak over deze klachten te doen.

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 20 juli 2023 een klachtenformulier ontvangen inzake verplichte zorg en diezelfde dag partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor een hoorzitting.

 

De klachtencommissie heeft op 21 en 24 juli 2023 het verweer ontvangen en op 24 juli 2023 doorgestuurd naar partijen. De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 27 juli 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 03 augustus 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

–           Ingediende klacht;

–           Verweerschrift;

–           Mededeling voorbereiding zorgmachtiging d.d. 09-06-2023;

–           Kennisgeving mondelinge uitspraak zorgmachtiging d.d. 14-07-2023;

–           Beschikking rechtbank ZM d.d. 05-08-2022;

–           Medische verklaring d.d. 22-06-2023;

–           Bevindingen GD d.d. 22-06-2023;

–           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 14-07-2023;

          Behandelplan d.d. 16-06-2023;

–           Zorgkaart d.d. 20-06-2023;

–           Zorgplan d.d. 09-06-2023;

–           Decursus 10 juli 2023 t/m 20 juli 2023;

–           Rapportage verpleegkundige 15 juli 2023 t/m 20 juli 2023.

 

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] man bekend met paranoide psychotische ontregelingen en middelenmisbruik (cannabis). In het verleden is door [zorginstelling] (kinder- en jeugdpsychiatrie) de diagnose ADD gesteld. In 2019 is vanuit psychologisch onderzoek geconstateerd dat er diverse kenmerken van een autismespectrumstoornis aanwezig zijn die bij dit gedragsbeeld passen, zoals de beperkingen in het contact met de ander, de prikkelgevoeligheid en preoccupaties. De kenmerken zijn echter onvoldoende aanwezig om een autisme spectrum stoornis te kunnen classificeren.          

 

In de periode waarop de klacht betrekking heeft ontving klager verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging, ingaande op 14 juli 2023 en met een geldigheid van een jaar. Medicatie, opname en beperking bewegingsvrijheid vormen onderdeel van de toegestane verplichte zorg.

 

 

Verslag van de hoorzitting

De voorzitter opent de hoorzitting en de aanwezigen stellen zichzelf voor. Klager bevestigt dat hij ook een klacht wil indienen tegen opname op de [afdeling].  

 

Standpunt van klager

Ten aanzien van de klacht over depotmedicatie licht klager toe dat hij na opname altijd trouw de orale medicatie heeft ingenomen. Hij begrijpt daarom niet dat behandelaren willen overgaan op depot. Binnenkort gaat hij met ontslag. Hij wil vertrouwen krijgen dat hij na ontslag ook de orale medicatie inneemt. Klager benoemt dat hij het liefst met alle medicatie zou willen stoppen maar dat daarmee niet gezegd is dat hij er mee zou stoppen als er geen toezicht meer is. Klager is bang voor depot vanwege bijwerkingen en het effect dat het heeft op je lijf. Klager is ermee bekend en heeft er slechte ervaringen mee. Hij wil alles op alles zetten om depot te voorkomen.

 

Over de beperking bewegingsvrijheid licht klager toe dat hij over een paar weken met ontslag gaat. Een beveiligd bed is niet nodig aldus klager. Klager geeft aan dat hij weleens weggelopen is en een joint heeft gerookt tijdens de opname. Dat was niet slim vindt hij zelf. ‘Maar dat betekent niet dat ik beperkt moet worden in mijn vrijheden’, verklaart klager ter zitting. Hij wil zelfstandig naar buiten kunnen gaan. Nu heeft klager alleen begeleide vrijheden. Hij wil graag alvast oefenen als hij toch binnenkort met ontslag gaat.

 

PVP vult aan dat klager inmiddels bijna 11 maanden is opgenomen op de [afdeling]. Klager was het niet eens met de opname. Hij vindt dat hij hier niet past. Andere bewoners gedragen zich anders dan klager. Klager wil zo snel mogelijk weg. Er wordt steeds gezegd dat klager binnenkort met ontslag gaat maar ondertussen gebeurt er niets volgens klager.  

 

 

Standpunt verweerder

Verweerder A beaamt dat klager zijn medicatie tijdens opname trouw heeft ingenomen. De dosering Olanzapine is tijdens opname verlaagd van 10 mg naar 5 mg, maar binnen enkele dagen was achterdocht zichtbaar en psychotische kenmerken, vertelt verweerder. Dit was een bevestiging voor de kwetsbaarheid van klager voor het ontwikkelen van een psychose. ‘Hierin verschillen we van mening met klager’, aldus verweerder. Klager ontkent de psychotische kwetsbaarheid vanuit een ontbrekend ziektebesef en -inzicht. Dit telt mee in het besluit tot verplichte depotmedicatie. Binnen de context van de afdeling is er geen twijfel over inname van de medicatie, maar gezien de geschiedenis en in overleg met het FACT team, is verweerder van mening dat er geen risico genomen kan worden. De depotmedicatie wordt gezien als een beschermde maatregel die toekomstgericht is. De depotmedicatie die gekozen is geeft het minste inbreuk op de privacy en weinig bijwerkingen. Het kan 1 keer per maand gegeven worden maar ook opgebouwd naar 1 keer per 3 of 6 maanden aldus verweerder.

Verweerder licht toe dat de opname vooral lang geduurd heeft omdat klager zichzelf soms in de weg zit. Op breekpunten valt hij terug en is het moeilijk om in de samenwerking te blijven. Verweerder benoemt dat vanuit diagnostisch onderzoek een complexe problematiek zichtbaar werd met een grote psychotische kwetsbaarheid. Het is moeilijk om bij de behandeling de constructieve lijn vast te houden omdat klager zich moeilijk aan behandelafspraken kan houden. Soms is klager ongeoorloofd afwezig of neemt cannabis mee naar de afdeling. Verweerder heeft het gevoel dat er soms stapjes vooruit gezet worden die dan snel weer gevolgd worden door stappen achteruit. Verweerder benoemt het als een destructieve gang van zaken.

 

Verweerder A vult aan dat klager voor de huidige opname bij [naam zorginstelling] verbleef. Vanuit psychotische decompensatie heeft klager daar agressief gedrag laten zien. Hoewel de medewerkers van [zorginstelling] wel wat gewend zijn, waren zowel personeel als bewoners erg onder de indruk van klagers gedrag. Klager is niet meer welkom bij [zorginstelling]. Om dit soort gedragingen te voorkomen is verplichte depotmedicatie noodzakelijk aldus verweerder.  

 

Op een vraag van de commissie over de diagnose psychotische kwetsbaarheid licht klager toe dat hij nooit psychotisch is geweest. Klager erkent dat hij soms boos is geweest en agressief. Zo heeft hij o.a. een douchecabine vernield. Daar heeft hij van geleerd vertelt klager. Hij zat in een omgeving waar mensen veel problemen hadden. Klager heeft altijd willen helpen maar op een gegeven moment zat zijn hoofd vol en was hij in de war. Hij weet dat mensen bang van hem waren. Klager wilde niemand pijn doen. Het was een kreet om hulp, aldus klager. Hij was in de war maar niet ziek, dus ook niet psychotisch. Klager was al jong bekend bij [zorginstelling]. Hij vertelt dat hij een normale jongen was die goed kon leren maar dat de motivatie ontbrak. Daarom ging het mis rond zijn 17e levensjaar. Hij werd van school gestuurd. Klager kon op hoog niveau voetballen maar is door zijn gedrag niet gerealiseerd.

 

Verweerder A vult aan dat het gebruik van cannabis luxerend werkt op de psychotische kwetsbaarheid. Hij vraagt zich af of klager dat onder controle kan krijgen. Klager benoemt dat hij zich prettiger voelt onder invloed van cannabis. Hij gebruikt het om te escapen en ziet op dat moment alleen de voordelen ervan.

 

Als kenmerken van psychotisch gedrag op de afdeling noemt verweerder de beschuldigingen naar personeel dat ze kinderporno kijken en medewerkers soms ziet als een seksobject. Het gedrag van klager schiet dan door aldus verweerder. Klager wordt prikkelbaarder en moeilijker in de omgang.

 

PVP geeft in de tweede ronde aan dat uit de verpleegkundige rapportage blijkt dat klager heel rustig is op de afdeling en goed mee doet met de groep. Klager vult aan dat hij meer een begeleider lijkt dan een patiënt. Hij gedraagt zich zo anders dan de andere bewoners. ‘Ik zou prima kunnen functioneren in de maatschappij, ik heb vertrouwen nodig. Ik ben niet perfect’ aldus klager.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klachten zien op de uitvoering van de verplichte zorg en zijn gericht tegen de verplichte medicatie en beperking van vrijheden zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en zijn ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klager is een [leeftijd] man. Klager klaagt over de verplichte medicatie in verband met de angst voor nieuwe bijwerkingen. Klager vindt een depot niet nodig en is bereid om de huidige (orale) medicatie trouw in te blijven nemen. Verder klaagt hij over opname en beperking van vrijheden met betrekking tot een ‘beveiligd bed’. Klager is sinds 11 maanden opgenomen op de [afdeling] van [instelling]. Volgens klager is een beveiligde opname niet nodig.  

 

Verweerder geeft aan dat klager bekend is met paranoïde psychotische ontregelingen en middelenmisbruik (cannabis). Op het gebied van werk heeft hij hoge verwachtingen van zichzelf maar loopt vaak vast. Dit resulteerde de afgelopen jaren in overvraging, recidiveren in middelengebruik en (psychotische) decompensatie. De laatste opname in september 2022 ging gepaard met agressie. Dit verdween snel na opname, onder invloed van de geboden structuur, het ontbreken van drugs en inname van medicatie.

Klager heeft twee keer een officiële waarschuwing gekregen omdat hij in bezit was van cannabis op de afdeling. Behandelaren willen klager instellen op depotmedicatie en maatschappelijke opvang regelen zodat klager binnen 4 weken met ontslag kan gaan. Klager heeft recent aangegeven voorkeur te hebben voor verblijf op de afdeling totdat er een woonvorm geregeld is. Klager was, inherent aan zijn ontbrekende ziektebesef en-inzicht, vanaf de opname oneens met het verblijf op de [afdeling]. Klager ontkent zijn psychotische kwetsbaarheid en de mogelijke invloed van middelen (voornamelijk cannabisgebruik) op zijn toestandsbeeld. Er is sprake van een primaire afweer en ontkenning van zijn problemen waarbij hij niet in staat is om naar zijn eigen aandeel te kijken. Klager heeft eerder aangegeven te willen stoppen met zijn orale medicatie Olanzapine wanneer hij met ontslag zou gaan. Het sterke advies/voorwaarde van het (FOR)FACT team is om betrokkene in te stellen op depotmedicatie (Paliperidon 75 mg/4 wk) nu hij in de ambulante setting meerdere keren eenzijdig met zijn medicatie is gestopt hetgeen leidde tot agressie incidenten. Het risico op medicatie ontrouw wordt hoog ingeschat door de ambulante behandelaren.

 

 

Beoordeling van de commissie

De commissie constateert dat aan de formele aspecten van de verplichte zorg inzake de opname en verplichte medicatie zijn voldaan door het uitreiken van de kennisgeving verplichte zorg op 14 juli 2023. Verweerder heeft voldaan aan de proportionaliteit, evenredigheid, doelmatigheid en veiligheid, eisen gesteld aan verplichte zorg.

Gezien het risico op agressie kan de klachtencommissie verweerder inhoudelijk volgen in zijn besluit tot opname op de [afdeling/instelling]. Klager heeft zich tweemaal onttrokken tijdens het wandelen en drugs gebruikt. Verder heeft klager zijn woning verloren tijdens eerdere psychoses. Klager erkent en herkent de agressie die hij heeft laten zien, waaronder het vernielen van een douchecabine. Om het ernstig nadeel voor klager te beperken is verplichte zorg in de vorm van depotmedicatie en opname op de [afdeling/instelling] doelmatig. 

 

Dit maakt dat de klachten jegens de opname op de [afdeling], beperking bewegingsvrijheid en verplichte depotmedicatie ongegrond verklaard worden.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de opname: ongegrond.

De klachtencommissie verklaart de klacht gericht tegen de verplichte medicatie: ongegrond

De klachtencommissie verklaart de klacht tegen beperking bewegingsvrijheid: ongegrond

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[voorzitter]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 31 juli 2023

Aantal bladzijden: 6