Zoeken Zoeken
Menu
Dwangmedicatie

KC22-045 20 december 2022

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

Inzake : [klaagster]
Klachtnummer : KC22-045
Instelling : Pro Persona
Datum ontvangst klacht : 28 oktober 2022
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Hoorzitting : 8 november 2022
Datum uitspraak  : 11 november 2022

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (klaagster)

[XX] (PVP)

 

[XX] (Verweerder A)

[XX] (verweerder B)

 

[XX] (voorzitter klachtencommissie)

[XX] (psychiater)  `

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

Klacht tegen verplichte medicatie.

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 27 oktober 2022 na 12.00 een klacht ontvangen inzake medicatie als onderdeel van de verplichte zorg. Deze klacht is in behandeling genomen op 28 oktober 2022.  

Op 28 oktober 2022 zijn klaagster per post en verweerders per mail geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 1 november  2022 ontvangen en per post naar klaagster gezonden. De stukken zijn per mail naar haar patiëntenvertrouwenspersoon gezonden.     

De fysieke hoorzitting heeft plaatsgevonden op 8 november 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de commissie betrokkenen uiterlijk op 11 november 2022 schriftelijk zal informeren over haar uitspraak.     

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

–           Ingediende klacht d.d. 27-10-2022;

–           Verweerschrift;

–           Schorsingsverzoek aanvraag zorgmachtiging d.d. 12-08-2022;

–           Besluit schorsingsaanvraag d.d. 17-08-2022;

–           Zorgplan d.d. 29-07-2022;

–           Mededeling voorbereiding zorgmachtiging d.d. 11-08-2022;

–           Plan van aanpak d.d. 27-08-2022;

–           Zorgkaart;

–           Medische verklaring d.d. 08-09-2022;

–           Bevindingen GD d.d. 09-09-2022;

–           Beschikking zorgmachtiging d.d. 30-09-2022;

–           Informatiebrief verplichte zorg d.d. 19-10-2022;

–           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 27-10-2022;

–           Decursus 12-08-2022 t/m 31-10-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte medicatie als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 11 november 2022.

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd) vrouw bekend met langdurig psychotische klachten met hallucinaties vanuit mogelijk een schizofreniespectrumstoornis of een paranoïde persoonlijkheidsstoornis.

Op 30 september 2022 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden waarbij medicatie onderdeel vormt van de verplichte zorg. 

 

Standpunt van klaagster

Klaagster is het niet eens met de verplichte medicatie. Ze vindt dat ze het niet nodig heeft. Klaagster ervaart geen psychische problemen. Ze wordt al 35 jaar gepest. Daar heeft ze hulp bij nodig. Klaagster is al 6 keer verhuisd vanwege problemen met buren. De buurmannen willen altijd iets van haar. Dat kan gaan om geld, spullen of seks. Klaagster heeft het gevoel dat ze geleefd wordt door de buren. Dat ze niet toekomt aan haar eigen leven. Klaagster krijgt geen hulp van de politie. Ze moet alles alleen oplossen.

 

Klaagster brengt haar dagen grotendeels thuis door. Ze is afgekeurd vanwege hartproblemen en heeft een pacemaker. Ze heeft een partner maar woont niet met hem samen. Haar partner is slechthorend en hoort om die reden de buurman niet. Klaagster woont in een seniorencomplex waar veel mensen gehoorproblemen hebben en de buurman daarom niet horen. Alleen de schoonmaakster heeft hem een paar keer gehoord. Klaagster loopt op sokken door het huis. Toch weet de bovenbuurman steeds waar klaagster zich bevindt in huis en gaat dan naar dezelfde ruimte toe. Klaagster vermoedt dat de buurman een apparaat in huis heeft geplaatst. Anders zou hij haar niet kunnen horen. 

 

Soms heeft klaagster zoveel last van de buurman dat ze gaat schreeuwen. Zo zijn er problemen ontstaan met de woningbouwvereniging. Klaagster begrijpt dat behandelaren bezorgd om haar zijn. Ze heeft met regelmaat suïcidale gedachten. Klaagster geeft aan wel hulp te willen bij het stoppen van de buurman. ‘Als die hulp niet komt weet ik niet hoe lang ik het volhoud’ aldus klaagster ter zitting. Klaagster wil zelf niet verhuizen en de buurman wil geen gesprek aldus klaagster.

Klaagster vertelt dat ze zich misleid voelt door de huisarts. Hij zou haar doorverwijzen voor hulp om het probleem met de buurman aan te pakken. Toen kwam ze bij de GGZ terecht. Dat wist ze niet en had ze ook niet gewild.

 

Klaagster vertelt ter zitting dat ze bang is voor de bijwerkingen van Olanzapine, bijvoorbeeld dat haar handen niet meer goed kunnen functioneren door de medicijnen.

 

De PVP vult aan dat klaagster al 37 jaar geen medicatie heeft gebruikt. Uit de stukken blijkt dat er in 1999 in Rijnstate wel een onzekere diagnose is gesteld maar er is geen behandeling gestart daarna aldus PVP. Ook tussen 2013 en 2022 zijn er enkele contacten geweest met huisarts of behandelaren naar aanleiding van gedrag van klaagster maar dit heeft nooit geleid tot toediening van medicatie of behandeling. In 2022 is het balletje gaan rollen naar aanleiding van een bezoek aan de huisarts. PVP benadrukt dat klaagster het zonder medicatie wil proberen. Ze is wel bereid om therapie te volgen. Klaagster ziet het ernstig nadeel niet in en wil liever helemaal geen contact met de GGZ voegt PVP toe.

 

 

Standpunt van verweerders

Verweerder A licht ter zitting toe dat de huisarts van klaagster contact heeft gezocht met Pro Persona. Klaagster is al lang bekend met geestelijke problemen. Er zijn verschillende rechtszaken geweest rond de problematiek van het wonen en klaagster is vaak verhuisd vanwege problemen met een buurman. Ook nu is er weer sprake van problemen met een buurman die klaagster dagelijks volgt en volledig op haar gericht is. Verweerders vinden dat heel onwaarschijnlijk en zien het meer als beleving. Daarover komen zij niet in overeenstemming met klaagster. Klaagster staat niet open voor behandeling. Verweerder A licht toe dat zij getwijfeld hebben of verplichte zorg in deze situatie gerechtvaardigd was. Toch is hiervoor gekozen. Klaagster heeft al jaren een zeer lage kwaliteit van leven. Op zich is dat niet voldoende om verplichte zorg in te zetten maar op enig moment uitte klaagster suïcidale gedachten en noemde zelfs een datum waarop dit zou plaatsvinden. Dit gaf de doorslag voor de verplichte zorg. Verweerder benadrukt dat behandelaren klaagster een kans willen geven om haar kwaliteit van leven te verhogen.

Verweerders zijn in gesprek gegaan met klaagster over de bijwerkingen en uitgekomen bij Olanzapine als meest passende medicatie. Er is afstemming geweest met cardiologie in verband met de pacemaker. Zij stemmen hiermee in. Er zou worden gestart met een lage dosering, en regelmatige lab en ECT controles vormen onderdeel van de behandeling. Ook zal er frequent contact zijn met klaagster om de ontwikkelingen te kunnen volgen. Er is aangeboden dat klaagster de medicatie thuis of in de kliniek toegediend kan krijgen. De medicatie moet eenmaal daags ingenomen worden, bij voorkeur in de avond, aldus verweerder. Toen kwam de klacht aldus verweerder.

Verweerder A geeft aan dat het onduidelijk is wat het effect van de medicatie zal zijn nu de psychische klachten al zo langjarig aanwezig zijn. Er is nooit een behandeling geweest maar de verwachting is dat de stress bij klaagster als gevolg van de medicatie zal verminderen.

Verweerder B bevestigt dat het psychotisch beeld duidelijk aanwezig is. Er is sprake van waanideeën over de bovenwoning. Op veel verschillende woonplekken zijn vergelijkbare zaken gebeurd vult zij aan. Het gaat altijd om verschillende mannen, ook buiten haar woonomgeving, die iets met klaagster willen op seksueel gebied. ‘We denken dat het belangrijk is om een keer te behandelen, zeker met de suïcide dreiging’ aldus verweerder.

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. De klacht ziet op de uitvoering van de verplichte zorg en is gericht tegen de verplichte medicatie zoals bedoeld in artikel 8:9 Wvggz en is ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften zoals vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw. Zij geeft aan dat ze wordt getreiterd door haar buurman die verliefd op haar is. Ze is al zes keer verhuisd omdat ze wordt gepest. De politie kan haar niet beschermen. Ze wordt er wanhopig van, zo erg dat ze suïcidale gedachten heeft en deze ook uitgesproken heeft. Klaagster lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van langdurig psychotische klachten met mogelijk een schizofreniespectrumstoornis of een paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Klaagster vindt dat zij niet ziek is, maar al 37 jaar gepest wordt. Klaagster klaagt over haar medicatie, ze wil geen Olanzapine omdat ze bang is voor de bijwerkingen.

 

Verweerder geeft aan dat klaagster in de ambulante setting naar verwachting baat zal hebben bij verplichte medicatie Olanzapine. Klaagster heeft zich gericht suïcidaal geuit, uitstellen van behandeling met medicatie is niet langer verantwoord. Verweerder heeft lang, tevergeefs, gepoogd haar op basis van vrijwilligheid te behandelen met medicatie.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze, voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte zorg is besproken met klaagster en zij heeft op 27 oktober 2022 een brief ontvangen (de aanzegging) van de verplichte zorg. Deze aanzegging is gemotiveerd en de termijn is aangegeven.

 

Gezien de ernstige uitingen van klaagster over suïcide, haar lijdensdruk en het ontbrekende ziekte-inzicht is het proportioneel om over te gaan op verplichte zorg met medicatie. Er is voldoende gepoogd om op vrijwillige basis behandeling aan te bieden. Bij haar huisvesting komen klachten binnen van overlast door klaagster (schreeuwen) en bij het verlaten van haar woning neemt klaagster een priem mee. Gezien de ernstige situatie is verplichte zorg noodzakelijk.

De commissie constateert dat er inhoudelijk correct gehandeld is door verweerder.

De commissie verklaart de klacht omtrent de verplichte medicatie ongegrond.

  

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klachten ongegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te [plaats], 11 november 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5