KC22-011 3 maart 2022
Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid
Inzake | : [klager] |
Klachtnummer | : KC22-011 |
Instelling | : Pro Persona |
Datum ontvangst klacht | : 10 februari 2022 |
Schorsingsverzoek | : gehonoreerd |
Hoorzitting | : 18 februari 2022 |
Datum uitspraak | : 23 februari 2022 |
Aanwezig bij de hoorzitting
[klager] (klager)
[patiëntenvertrouwenspersoon) (PVP)
[Verweerder] (verweerder)
[Voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)
[Psychiater] (psychiater) `
[Lid] (lid)
[Ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)
Juridische status
Zorgmachtiging
Klacht
Medicatie
Procesverloop
De commissie heeft op 10 februari 2022 een klacht ontvangen over medicatie in het kader van verplichte zorg. Op 11 februari zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 16 februari 2022 doorgestuurd naar partijen.
De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 18 februari 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 23 februari 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.
De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:
– Ingediende klacht;
– Verweerschrift d.d. 24-9-2021 en 12-2-2022;
– Medische verklaring d.d. 7-12-2021;
– Pr 22: Beslissing verlenen VZ d.d. 3-9-2021 en 24-12-2021;
– Infobrief 8.9 lid 3 verplichte zorg;
– Aanzegging VZ art. 9, lid 1 en 2, d.d. 24-12-2021;
– Bevindingen GD d.d. 9-12-2021;
– Zorgmachtiging d.d. 24-12-2021;
– Zorgplan;
– Decursus en rapportage periode 24-9-2021 t/m 4-2-2022;
Termijn
Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 23 februari 2022.
Feiten
Klager is een [leeftijd] man bekend met schizofrenie en psychotische ontregeling. Op 21 juli 2021 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 12 maanden.
Standpunten van partijen
Klager heeft 4 klachten ingediend. De voorzitter geeft aan dat alleen de klacht over medicatie onder de Wvggz valt en behandeld zal worden tijdens de hoorzitting.
Klager licht toe dat hij zich machteloos en gefrustreerd voelt. Hij is lange tijd opgesloten zonder dat hij weet wanneer hij vrij komt. Hij vertelt over zaken die in het verleden gebeurd zijn zoals een valse aangifte waardoor hij in de gevangenis belandde met als gevolg dat hij zijn dierbaren in [land] al 3 jaar niet gezien heeft. Dat doet iets met mensen aldus klager. ‘Voor mensen die hier werken is het werk. Voor mij gaat het om mijn leven. Ik ben emotioneel betrokken. Soms schrijf ik dingen omdat ik emoties heb. Ik ben nooit dreigend. Maar ik communiceer niet zakelijk. Dat wordt tegen me gebruikt’ betoogt klager. In 2020 dacht klager dat hij zou kunnen vertrekken uit Nederland maar toen werd zijn zorgmachtiging verlengd. Nu zit hij nog steeds in een instelling. Er was beloofd dat hij met verlof zou mogen als hij depot zou krijgen. Er is echter steeds een nieuw excuus aldus klager. Er is geen sprake van disorder aldus klager. ‘Ik mis gewoon mijn vrienden’.
PVP vult aan dat klager al 5 jaar opgenomen is en gek wordt van hele dagen doorbrengen op de afdeling. Hij vormt geen gevaar voor zichzelf of anderen. Er is dus geen sprake van ernstig nadeel aldus PVP. Tijdens de vorige klachtbehandeling een half jaar geleden was de situatie hetzelfde. Klager wilde toen al naar [land]. Daar voelt hij zich thuis. De PVP vraagt zich af waarom de zorg niet naar [land] overgedragen kan worden?
Verweerder ziet dat klager gedemoraliseerd is door opsluiting, gevoel van eenzaamheid en teleurstelling jegens overheid en hulpverlening. Verweerder benoemt dat het depot niet is gestart vanwege het niet onder controle hebben van emoties, zoals klager aangeeft, maar vanwege psychotische kwetsbaarheid. In het dossier is dit duidelijk terug te vinden aldus verweerder. Er zijn verschillende diagnoses gesteld, maar altijd is er sprake van psychotische kwetsbaarheid, en dreiging. De anti psychotica maakt dat het dreigende gedrag afneemt. Verweerder vertelt dat klager sinds medio december 2021 op [afdeling] verblijft en dat zijn verweer daarom grotendeels gebaseerd is op informatie uit het dossier. De overplaatsing naar [afdeling] heeft tot doel om te onderzoeken of het haalbaar is dat klager in [land] gaat wonen. Verweerder erkent de sterke wens van klager hierin en steunt dit van harte onder voorwaarde van medicatie inname.
Op een vraag van de commissie antwoordt klager dat in een dagrapportage vermeld is dat hij dreigend in de keuken zou hebben gestaan. Dat klopt niet aldus klager. Misschien wachtte ik op heet water? Wat is een normale manier van staan? Hoe kan wachten nu als dreigend overkomen? Van de toezegging dat de mogelijkheden voor vertrek naar [stad] onderzocht worden merkt hij niets. Hij heeft het gevoel dat hij aan het lijntje wordt gehouden. Klager heeft nu een nieuwe behandelaar maar is argwanend. Hij heeft al eerder een wisseling van behandelaar gehad maar dat heeft hem ook niets gebracht. Er is geen sprake van psychotische kwetsbaarheid aldus klager. PVP hoopt dat verweerder de mogelijkheden serieus zal onderzoeken nu de wens van klager zo groot is hierin.
Naar aanleiding van het genoemde incident in de keuken geeft verweerder aan dat klager zich niet altijd bewust is van het feit dat hij dreigend kan overkomen op anderen. Klager heeft vaak geen zicht op wat de ander voelt, aldus verweerder.
BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE
Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie
Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klachten zijn gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.
Gronden en overwegingen
Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.
Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:
- zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
- met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
- voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.
Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.
Klager is een [leeftijd] man bekend psychotische kwetsbaarheid. Hij klaagt over de verplichte medicatie. Klager is het niet eens met de diagnose en ervaart geen klachten. De schorsing van verplichte medicatie (depot) is toegekend tot aan de hoorzitting. Klager wil naar [stad].
Verweerder geeft aan dat de verplichte zorg bij klager van belang is om het ernstig nadeel te behandelen. Het ernstig nadeel bestaat uit het oproepen van agressie bij anderen door hinderlijk gedrag, verbale agressie, geluidsoverlast en klager verzorgt zichzelf niet goed. Om dit ernstig nadeel te behandelen en te voorkomen is, onder andere, medicatie noodzakelijk. Verweerder is niet geslaagd in de poging om klager orale medicatie in te laten nemen. In 2021 blijkt uit een second opinion dat klager psychotisch kwetsbaar is. Eind 2021 is de dosering van medicatie verlaagd, gevolgd door dreigende berichten van klager naar hulpverleners toe. Daarop is de medicatie weer verhoogd. Zonder medicamenteuze behandeling van klager wordt een terugkeer naar [land] gezien als groot risico op recidive van geweldsdelicten en bedreigingen.
De commissie kan de inhoudelijke overwegingen omtrent de behandeling van verweerder als passend kwalificeren. Uit het dossier blijkt dat klager lijdt aan schizofrenie, psychotische kwetsbaarheid, agressief kan zijn naar zijn omgeving en zichzelf niet goed verzorgt. Verweerder heeft gepoogd om in gesprek met klager de behandeling vorm te geven, akkoord te gaan met orale vrijwillige toediening van medicatie en een lagere dosering. Dat is niet gelukt, daarom is overgegaan tot depot.
Er is voldaan aan alle formele vereisten.
Op basis van bovengenoemde gronden acht de klachtencommissie de klacht omtrent de verplichte medicatie middels depot ongegrond.
Uitspraak
De klachtencommissie verklaart de klacht met betrekking tot de medicatie ongegrond.
Beroep
Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.
Aldus besloten te [locatie], 22 februari 2022
namens de Wvggz klachtencommissie,
i/o
Voorzitter
Voorzitter Wvggz Klachtencommissie
Aantal bladzijden: 4